Tien tips voor begrijpelijke overheidsteksten
1. Ga na voor welke lezer de tekst bedoeld is en houd deze lezer in gedachten.
Dit is de gouden regel voor het schrijven van een tekst die goed op de lezer afgestemd is.
2. Gebruik eenvoudige, korte woorden en korte zinnen.
Woorden als bijgaand, afschrift en toekennen kunnen worden vervangen door hierbij, kopie, krijgen. Betaalbaar stellen kan worden vervangen door betalen. Lange zinnen kunnen bijna altijd in stukken worden geknipt.
3. Vermijd jargon en afkortingen.
Gebruik zo min mogelijk namen van wetten. In plaats van ‘Op grond van de Wet individuele huursubsidie is u een bijdrage toegekend van f 1050,-’ kan het ook korter en duidelijker: ‘U krijgt f 1050,- huursubsidie’. Vervang vaktaal als beschikking liever door besluit.
4. Gebruik altijd een aanhef en vermeld de naam van de ondertekenaar en/of behandelend functionaris en kies de ik-vorm of wij-vorm.
Daarmee voorkomt men een anonieme, onpersoonlijke stijl. Ook kunt u zo bezuinigen op de lijdende vorm, die een van de ambtelijke taalkenmerken is. Vaak bestaat er enige huiver om de ik- of de wij-vorm te gebruiken. In dat geval kunt u gebruikmaken van woorden als ministerie, dienst of gemeente.
5. Vermijd het gebruik van keuzeformuleringen en algemene begrippen.
Gebruik bijvoorbeeld niet uw loon/uitkering of uw werkgever/uitkeringsinstantie, maar noem het inkomen of de instelling bij naam. Een algemeen begrip als wachtgeldverlenende instantie kunt u beter vervangen door de naam van de instantie.
6. Vermijd het noemen van wetsartikelen en regelingen.
Als dit niet te vermijden is (ga hier niet te snel van uit), vermeld wetsartikelen dan liever apart aan het eind van de tekst. Neem ze in elk geval niet in de tekst zelf op. Het GAK maakt van deze constructie gebruik. Het voordeel is dat de tekst niet wordt vervuild door nietszeggende artikelnummers, en dat die bovendien begrijpelijk kan blijven. De slotalinea, vol met artikelnummers, is voer voor liefhebbers, maar niet noodzakelijk om de inhoud van de brief te kunnen begrijpen. Een andere mogelijkheid is om op de achterzijde van de brief de toepasselijke regeling, een wettekst of een algemene toelichting af te drukken.
7. Als het echt niet anders kan: begeleidende brief.
Als juridische eisen een begrijpelijke tekst in de weg staan (ook hier geldt: ga hier niet te snel van uit), laat de beslissing dan vergezeld gaan van een begeleidende brief waarin de beslissing genoemd en kort gemotiveerd wordt.
8. Vermeld altijd advies- en informatiemogelijkheden en (indien van toepassing) bezwaar- of beroepsmogelijkheden.
Dit bevordert de zelfredzaamheid van de geadresseerde.
9. Wees tijdens het schrijven terughoudend met het gebruik van woordenboek, het Groene Boekje of andere taalhulpen.
Deze leiden de aandacht af van het schrijven in begrijpelijke stijl. Spelling en grammatica kunnen beter worden gecontroleerd als de tekst klaar is.
10. Wees tijdens het schrijven terughoudend met het raadplegen van werkinstructies, wetteksten of naslagwerken.
De verleiding is dan heel groot de officiële tekst te volgen. Aandacht voor begrijpelijke stijl komt zo in de verdrukking. Als de tekst klaar is, kan altijd nog worden gecontroleerd of deze niet in strijd is met instructies of de wet.