● Magisch brouwsel
Een voorbeeld van zo'n Indo-europees verhaal over de duim der wijsheid is de volgende Keltische mythe.
De tovenares Cyrridwen had twee kinderen: Crairfyw, het mooiste meisje van Groot-Brittannië, en Morfrân, de lelijkste jongen van de wereld. De jongen was zo afzichtelijk dat Cyrridwen besloot hem te helpen. Ze nam zich voor al haar toverkunsten aan te wenden om hem, als compensatie voor zijn lelijkheid, de beste poëtische inspiratie en de hoogste kennis van de wereld te geven. Dat kon door hem van een magisch brouwsel te laten drinken. Ze bezat het geheime recept van een soep die - op voorwaarde dat ze een jaar en een dag bleef koken - het toppunt van alle kennis bevatte.
Dus besloot Cyrridwen om het brouwsel klaar te maken. Maar ze had geen zin om zichzelf een jaar en een dag in de keuken op te sluiten, en dus nam ze twee mensen aan om de klus te klaren: de blinde Dallomor Dallmaen, die het vuur brandende moest houden, en de page Gwion Bach, die regelmatig in de soep moest roeren.
Maar op een dag - het jaar was bijna voorbij en Cyrridwen was net even weg - gebeurde het. Drie gloeiende druppels spatten uit de soep en belandden op de duim van Gwion. Dat deed pijn en dus stak de jongen de duim in zijn mond. En wat bleek? Gwion bezat de absolute kennis. Uitgerekend in die drie druppels was al de kennis van de soep geconcentreerd. Voor de rest bevatte het brouwsel alleen gif, verschrikkelijk sterk gif. Meteen begreep Gwion hoe laat het was (hij had niet voor niets de absolute kennis gekregen). Hij besefte heel goed wat hem te wachten stond als Cyrridwen hoorde wat er gebeurd was, en dus maakte hij dat hij wegkwam. Maar de ketel stond nog altijd op het vuur (de blinde had niets opgemerkt). En aangezien er alleen nog gif in de pot zat, gebeurde het onvermijdelijke: met een knal sprong de ketel aan stukken.
Daarmee nam het lot een onverwachte wending. Cyrridwen slaagde er niet in om opnieuw de drank met de hoogste kennis klaar te maken, en Gwion werd beschouwd als een van de wijste mannen uit zijn tijd. Zijn naam luidde voortaan Taliesin; zijn faam evenaarde die van de beroemde Merlijn. Of hij sindsdien ook weleens iets uit zijn duim zoog in de betekenis die wij er nu aan toekennen, vertelt het verhaal niet.
Bron: Claude Sterckx. Les dieux protéens des celtes et des indo-européens. Brussel, Belgisch Genootschap voor Keltische Studies, 1994.