Innige deelneming?
M.R.L.M. van Gool - Lier, België
Wat me bij rouwterminologie al lang bezighoudt, is het gebruik van de clichés gecondoleerd, met innige deelneming of (voor christelijken) met christelijke deelneming bij het mondeling of schriftelijk condoleren van de nabestaanden. Het zijn nietszeggende formuleringen, en bij het mondeling condoleren worden ze zo vlug gepreveld dat ze elke waarde verliezen. Ze zijn zelfs irritant. Bij het schriftelijk condoleren stel ik me voor dat de kaartjes met deze clichés amper worden gelezen; enkel de meer persoonlijke woorden van troost geven de nabestaanden echt steun.
Ik tracht steeds opnieuw te zoeken naar meer originele bewoordingen met ‘inhoud’. Het mondeling condoleren met ‘innige deelneming’ doe ik nooit. Ik omzeil het met ‘Wat erg toch...’, ‘Was ze al lang ziek?’ of ‘Ik heb haar verleden week nog ontmoet en nu, zo plots...’ Deze formuleringen nodigen ook meer uit tot het vertellen over de omstandigheden waarin de geliefde persoon overleden is. Veel nabestaanden hebben daar behoefte aan, maar het koele, nietszeggende met innige deelneming of gecondoleerd - met de ogen naar de grond gericht en met een lichte hoofdbuiging - snoert de mond van de nabestaande. Je lijkt daarmee aan te geven dat je er liever niet over praat. Is er geen korte, zinnige formulering denkbaar die persoonlijke betrokkenheid uitdrukt en wel aanleiding geeft tot praten?