| |
| |
| |
De onbruikbaarheid van het nieuwe Groene Boekje
P.S. Vermeer en H. Coenders - redacteuren Kramers Woordenboeken
Over de vreemde consequenties van de nieuwe spellingregels is al heel wat geschreven. Maar er valt nog veel meer te zeggen over het nieuwe Groene Boekje. Want wat blijkt na twee maanden intensief gebruik? De opgenomen woorden zijn willekeurig gekozen (voorhoofdsholteontsteking is niet opgenomen, subsidieafbraakpercentage wel), het ‘hoofdletterbeleid’ is chaotisch (oscar naast Oscaruitreiking), en het verwijssysteem is niet te volgen (bij muesli staat niet dat müsli ook mag, maar andersom wel). En dan de alfabetisering van woordgroepen: pakkie-an is te vinden onder de d van dat is niet mijn pakkie-an. Over rariteiten, blunders en raadselachtigheden in het nieuwe Groene Boekje.
In verband met onze lexicografische werkzaamheden hebben wij het nieuwe Groene Boekje sinds de dag van verschijning zeer regelmatig geraadpleegd. Wij hadden gehoopt op een overzichtelijk boekje waarin de correcte spelling van in het Nederlands gangbare woorden uit de doeken zou worden gedaan, waaruit de zogenoemde nakeurspelling zou zijn verdwenen en waarin een aantal onvolkomenheden uit het oude Groene Boekje zouden zijn rechtgezet.
Wij zijn teleurgesteld, zwaar teleurgesteld. De nakeurspelling is inderdaad verdwenen, maar dat is zo ongeveer het enige lichtpuntje. Over de vreemde consequenties van de nieuwe regels voor de tussen-(e)n willen wij het hier niet hebben; die kwestie is in andere publikaties al uitvoerig belicht. Maar aan de andere kwaliteiten van wat de bijbel van de Nederlandse spelling had moeten worden, is tot op heden minder aandacht besteed. En daar zit bij ons juist de pijn. Na twee maanden intensief gebruik komen wij tot de constatering dat het nieuwe Groene Boekje inconsequent, slordig en onoverzichtelijk is. Het meest pijnlijk is wel dat, waar het ongetwijfeld de bedoeling is geweest om met deze publikatie meer eenheid in de spelling te creëren, er juist het tegendeel dreigt te gebeuren. Dat de goedwillende taalgebruiker nu in de boekhandel aan twijfel ten prooi valt, omdat hij niet weet of hij het Groene Boekje of de Spellinggids moet aanschaffen, zullen maar weinigen een wenselijke situatie vinden.
| |
● Gemakzuchtige verzameling
Illustratie: Frank Dam
Het doel van een officiële woordenlijst als het Groene Boekje is de juiste spelling van de Nederlandse taal vast te leggen. Hiertoe moeten alle nietsamengestelde en niet-afgeleide woorden in de lijst staan, alsmede een selectie van samengestelde woorden, namelijk de zeer frequente (waterleiding) en die welke een spellingprobleem kunnen opleveren (kippenei). Het oude Groene Boekje van 1954 voldeed aan deze eis, het nieuwe allerminst.
De selectie is door een computer gebeurd die als opdracht had om uit een groot bronnenbestand alle woorden te selecteren die in twee of meer bronnen voorkwamen. De lijst wekt niet de indruk dat er vervolgens nog door een verstandig mens naar is gekeken. Immers, wie zit er te wachten op 65 samenstellingen met EG, 62 met ontwikkeling, 102 met sovjet, 223 met niet-, 109 met computer, enz.? En wie verwacht er in een spellinggids wonderlijke brouwsels als woestijnpas, columnisme, piratenmatch, tekortvak, onderhandelingshuishouding, chemi-
| |
| |
schewapenprogramma, rentesentiment, eilandbegroting, subsidiebijbel trendwende, moederneukend en spaarbankenschandaal?
We kunnen het de computer niet kwalijk nemen dat hij zich braaf door een corpus van teksten ploegt waarin, waarschijnlijk als gevolg van de oorlog in Bosnië, een heleboel woorden voorkomen die met moslim beginnen. Dat hij vervolgens keurig alle moslim-woorden uitspuugt die in twee of meer bronnen voorkomen, valt zelfs te prijzen. We kunnen het de samenstellers van het Groene Boekje echter wel aanrekenen dat zij niet de moeite hebben genomen om de resulterende zeventig moslimwoorden te reduceren tot een overzichtelijk aantal van, laten we zeggen, vijf woorden die het gehele moslim-spellinggebied meer dan volledig in kaart brengen. Het totale aantal van 110.000 woorden waarmee op de stofomslag wordt geschermd, blijkt niet zozeer het produkt van grote inspanning, maar veeleer van verregaande gemakzucht.
Dit zou niet zo ernstig zijn als de woorden die we wél verwachten aan te treffen, er ook in zouden staan. Maar wij zoeken vergeefs naar dieren als gerbil, quagga, harte(n)beest, caracal, tyrannosaurus en maki, naar honderassen als chihuahua, golden retriever en dobermannpinscher, naar culinaire termen als sjasjlik, şiş kebab, kernhem, filet américain en babi pangang, naar feesten als Maria-Hemelvaart, Onnozele-Kinderendag, Valentijnsdag en St.-Juttemis, naar sporttermen als softbal, smashen, wave en passen, naar muziektermen als rap, rai en heavy metal en naar nog veel meer van dergelijke frequente woorden. Ook woorden als trotskisme, cha-cha-cha, push-up, keel-, neus- en oorarts, paard-en-wagen, desktop-publishing, fingerspitzengefühl, cum laude, ad interim, coupe soleil, pausin, manxkat, wordprocessor, djinn en voorhoofdsholteontsteking, die vanuit spellingoogpunt allemaal interessant zijn, schitteren door afwezigheid. De samenstellers hebben zich kennelijk niet gerealiseerd dat de gebruikers er niet in geïnteresseerd zijn of een woord twee keer in een bepaald bestand voorkomt, maar dat ze gewoon een woord opzoeken om de juiste spelling te weten te komen. De chihuahua is dan van veel groter belang dan de moslimsluipschutter of het nietgemeenteraadslid.
| |
● Afkortingen en hoofdletters
Een oplettende redacteur had ervoor kunnen zorgen dat ons oog niet blijft steken bij toevallige maaksels als EG-taal, NAVO-verdragsgebied en CAO-niveau. In de sfeer van de afkortingen had hij trouwens sowieso goed werk kunnen doen. Het is ons niet duidelijk waarom CAO wel als trefwoord is opgenomen, terwijl van EG uitsluitend samenstellingen worden gegeven. De EU komt er helemaal bekaaid af met alleen EU-partner. En waarom ontbreken BV, NV, LSD? Wc en tv staan er wel in, maar pc en cv niet. Waarom staat de HBS er niet in en de
•
En waarom zijn de VVD'er en CDA'er wel opgenomen en is de PvdA'er verdonkeremaand?
•
even antieke mulo-school wel, waarom lbo en vbo niet en havo en mavo wel, en waarom van hbo en vwo alleen wat samenstellingen? En waarom zijn de VVD'er en CDA'er wel opgenomen en is de PvdA'er verdonkeremaand? Aangezien veel afkortingen de vraag oproepen of zij met hoofdletters of met kleine letters moeten worden geschreven, zou een zorgvuldiger behandeling op z'n plaats zijn geweest.
Overigens is het hoofdletterbeleid over het algemeen vrij chaotisch. Op blz. 29-31 wordt in richtlijnen aangegeven welke woordtypen met een hoofdletter moeten worden geschreven. Volken worden hierbij niet genoemd, met als gevolg dat de azteek, de inca, de zoeloe, de bosjesman en de khmer geen hoofdletter hebben, maar de Batavier, de Scythen en Visigothisch (let wel, met een h erin) wel. De Bask, de Hottentot en de Sioux ontbreken voor het gemak helemaal, evenals Ostrogotisch, Westgotisch en Oostgotisch. De Goot staat er evenmin in, maar Gotisch weer wel (nu zonder h).
Volgens dezelfde richtlijnen moeten feestdagen, zoals Pasen en Pinksteren, met een hoofdletter. Het suikerfeest, het ramadanfeest en de bevrijdingsdag moeten het echter met een kleine letter doen. Waarom de oscar een kleine letter heeft maar de Oscaruitreiking een hoofdletter, is onduidelijk. En waarom kelt en semiet met een kleine letter en Keltisch en Semitisch met een hoofdletter, Elizabethaans met een hoofdletter en napoleontisch met een kleine letter, Alzheimerpatiënt met een hoofdletter en pfeiffer met een kleine letter? Heel opmerkelijk in dit verband is wel dat de L-vormige kamer in het Groene Boekje door l-kamer verworden is tot een smalle pijpenla.
| |
● Opmerkelijke chaos
De selectie van geografische woorden geeft een al even chaotisch beeld te zien. Als besloten wordt om afleidingen van landnamen op te nemen, neem dan de inwonernaam en het bijvoeglijk naamwoord van alle staten. Of, als dat wat veel is (wat wij betwijfelen, want rentesneeuwbal, subsidieafbraakpercentage en niet-belastingontvangst kunnen er in ieder geval al uit), maak dan een heldere selectie. Nu is het een rommeltje geworden: van Letland en Litouwen staan beide afleidingen erin, van Estland geen; wel weer van Albanië, niet van Joegoslavië; wel van Algerije, niet van Tunesië; wel van Cuba en Peru, niet van Colombia; wel van Kongo, niet van Zaïre; wel van Australië, niet van Nieuw-Zeeland (terwijl die laatste juist qua spelling heel interessant zouden zijn). Van Suriname, Egypte en Libië staan voor de afwisseling alleen de bijvoeglijke naamwoorden vermeld. Opvallend is nog de vermelding van Shetlander. Zijn de bewoners van die eilanden (23.500 inw.) zo interessant dat zij opname in deze spellinggids verdienen? Of gaat het om de pony? Dat zou vreemd zijn, want newfoundlander en rottweiler krijgen geen hoofdletter.
Merkwaardig is ook het beleid ten aanzien van merknamen, altijd een gevoelig punt in dit soort naslagwer- | |
| |
ken. Waarom de Bosatlas er wel in staat maar de even eminente Winkler Prins encyclopedie niet, is vaag. En kennelijk spelen de samenstellers wel eens monopoly en scrabble, maar nooit stratego of mens-erger-je-niet.
Stemt de selectie van de woorden op zichzelf al droef, de inconsequentheid in behandeling van het geselecteerde bestand stemt nog droever. Een simpele controle van de telwoorden leert dat zevenenveertigste erin staat, maar zesenveertig of zesenveertigste op de bladzijde ernaast niet. Daar staat wel zesmiljoenste, maar zevenmiljoenste ontbreekt. En zo gaat het maar door bij de telwoorden. Als we de windrichtingen even nalopen, stuiten wij op de noordoostpunt en zuidwestpunt, maar de noordwestpunt en zuidoostpunt ontbreken. En dit geldt voor álle windrichtingen. (Wat doen die ‘-punten’ trouwens in een woordenlijst?) Als we de sporten checken, blijkt basketbaltitel er wel in te staan, maar volleybaltitel niet, terwijl de volleybalcoach wel op mag draven, maar de basketbalcoach niet. Chaos.
| |
● Vere-delen
In het Groene Boekje van 1954 stond niet per woord vermeld hoe het mocht worden afgebroken. In het nieuwe Groene Boekje wordt deze service wel verleend, maar de wijze waarop maakt een weinig afgewogen indruk, in het Nederlands is het niet gebruikelijk om zodanig af te breken dat de lezer op het verkeerde been wordt gezet. Dat zou ook in strijd zijn met de Leidraad (par. 5.2, regel 6 punt 1b): ‘De afbreking mag geen aanleiding geven tot een andere uitspraak.’ Bij de door het Groene Boekje gegeven afbrekingen als race, by-te en sto-ned is dit gevaar allerminst denkbeeldig. Ook afbreekwijzen als serge-ant, officieel en stati-on worden correct geacht. Vernieuwend is het afbreken van woorden tussen de letters c en k, zoals in hoc-key en jacket. Het Nederlands is daarmee de eerste ons bekende taal waarin dat mag. Terecht mag er volgens het Groene Boekje niet worden afgebroken na de eerste lettergreep als die alleen uit een klinker bestaat; dus niet i-dool of a-vond. Hetzelfde geldt uiteraard voor deze woorden in samenstellingen, dus geen popi-dool of uitgaansa-vond. Hoe we in het Groene Boekje dan toch afbreekwijzen als onti-deologiseren, one-ven en vere-delen kunnen tegenkomen, is onduidelijk. Is nagelaten om woorden die met voorvoegsels als ont-, ver-, be- en her- beginnen, even apart te controleren? Of worden misbaksels als bea-deming, hero-veren en ook neopop en fide-ï-commis in een tekst goed leesbaar gevonden?
| |
● Onnavolgbaar verwijssysteem
Illustratie: Frank Dam
Ook op andere punten doet het nieuwe Groene Boekje vermoeden dat het onzorgvuldig is samengesteld. Zo is het verwijssysteem niet te volgen. Het Groene Boekje van 1954 had een vernuftig systeem. Als een woord twee spellingwijzen had, werd er van de ene naar de andere verwezen en vice versa (vice versa ontbreekt overigens in de nieuwe woordenlijst). Nu is weliswaar de nakeurspelling afgeschaft, maar toch zijn er nog veel woordduo's blijven bestaan. Er zijn er zelfs een groot aantal bijgekomen! Bibs staat erin en een paar bladzijden verder bips, zonder verwijzing; klasseloos en iets verder klassenloos. Müsli staat erin, met erachter muesli, terwijl er twee bladzijden eerder bij muesli niet staat dat müsli ook mag. Van woordloos wordt verwezen naar woordeloos en vice versa, maar kort erop staat woordenloos, zonder verwijzing. Tussen stennes en stennis wordt geen verband gelegd, tussen monolithisch en monolitisch evenmin. En zo kunnen we nog een hele tijd doorgaan. De doorwrochtheid van het oude verwijssysteem doet je haast terugverlangen naar de voorkeur-nakeurspelling. Het is toch tragisch dat iemand die de vorm draaglijk aantreft wellicht zal concluderen dat dragelijk niet mag. Deze laatste schrijfwijze staat echter een pagina verder. Onderlinge verwijzingen zijn hier onontbeerlijk. Heel opmerkelijk is nog dat het trefwoord soenniet direct wordt gevolgd door zijn eigen meervoud als nieuw trefwoord: soennieten.
De woordduo's zijn ook grammaticaal niet consequent behandeld. De genoemde bibs is enkelvoud, bips is meervoud. Stennis is een ‘de-woord’ (mannelijk + vrouwelijk), stennes blijkt alleen mannelijk te zijn.
| |
● Moederszijde? Bij de v!
Van onnadenkendheid getuigt ook de wijze waarop de zogenoemde woordgroepen zijn gealfabetiseerd. Er zijn in het Nederlands woorden die alleen gekoppeld aan andere woorden voorkomen, zoals het woord moederszijde, dat alleen in de woordgroep van moederszijde voorkomt. Het lijkt redelijk om dit woord onder de letter m te verwachten. De samenstellers van het Groene Boekje vonden dit echter te simpel en plaatsten het onder de v van van. Consequent is dit uiteraard niet gebeurd: we vinden gewoon moslimzijde (één van de zeventig) onder de m en regeringszijde onder de r. Op deze manier zijn talloze woorden onvindbaar geworden, zoals pakkie-an en diefjesmaat. Kijkt men echter onder woorden als het of ter of onder een voorzetsel, dan blijkt het te ritselen van de woordgroepen. Het getuigt van weinig respect voor de gebruikers van het boekje om pakkie-an op te nemen
| |
| |
onder de d van dat is niet mijn pakkiean, diefjesmaat onder de t van 't is dief en diefjesmaat en werkgeverskringen bij in. Ook zo'n heet hangijzer in de Nederlandse taal als ‘spits afbijten’ staat wel in het Groene Boekje, maar verstopt onder de d van de spits afbijten. Kennelijk kan het spits niet meer worden afgebeten.
Moeilijk te volgen is het Groene Boekje in de betekenisaanduidingen die noodzakelijk zijn bij homofonen (woorden die je hetzelfde uitspreekt maar verschillend schrijft of grammaticaal verschillend behandelt). Terecht treffen we aanduidingen aan bij homografen als punt en spits. Maar waarom ontbreken ze bij koeskoes en couscous (gerecht/dier?), bij tompoes en tompouce (gebakje/paraplu?), bij campagne en kampagne (actie/scheepsdek?), enz.? Nu moet de gebruiker zelf maar bepalen of hij couscous/koeskoes eet en of hij zijn tompoes/tompouce in de trein heeft laten staan.
| |
● Litanie
Het wordt tijd om deze litanie van rariteiten, blunders en raadselachtigheden af te sluiten. Maar wij vragen ons nog even af waarom deux-pièces en darts meervoud zijn (‘die deux-pièces staan jou leuk’ en ‘darts zijn een leuk spel’?), waarom we sint-janskruid moeten schrijven naast st.-jacobsschelp, waarom questionnaire met dubbel-n moet en dictionaire en pensionaire maar met één n, waarom woorden als duimdik, fellatie en alchimie de voorkeur hebben gekregen boven duime(n)dik, fellatio en alchemie en waarom op pagina 50 wordt beweerd dat zwamp als verouderd woord is geschrapt, terwijl dit Bommelwoord op pagina 1053 toch weer gewoon opduikt? Een van de hoogtepunten is wellicht het statieportret, dat wel wordt gebruikt als instinker voor brugpiepers, maar dat voor medewerkers aan een officiële woordenlijst te hoog gegrepen is. Het correcte staatsieportret staat er nota bene ook in!
In sommige opzichten bevat het nieuwe Groene Boekje verbeteringen in vergelijking met de uitgave uit 1954. De nakeurspelling is gelukkig afgeschaft; een aantal spellinganomalieën als fotocopie en lambrizering is hersteld; er is een flink aantal nieuwe woorden opgenomen. Hadden de samenstellers het hierbij gelaten, ze zouden zijn geëerd en geprezen. Ze hebben zich echter verslikt in de tussen-n, het woordbestand is ze boven het hoofd gegroeid, ze hebben geen systeem gevonden om inconsequenties tegen te gaan en ze hebben zeker niet de zorgvuldigheid betracht die mag worden verwacht bij een dergelijke gezaghebbende publikatie.
Voor ons heeft het Groene Boekje ernstig aan autoriteit ingeboet en in een groot aantal gevallen gaan wij nu liever te rade bij ons gezonde verstand of bij produkten van serieuze collega-lexicografen. Het ware ons echter liever als de Taalunie zou besluiten
- | het Groene Boekje te halveren tot een handzame spellinggids |
- | de regels omtrent de tussen-n terug te draaien |
- | de afbreekwijzen te herzien |
- | het hoofdletterbeleid beter te regelen, en |
- | het geheel nog eens door een zorgvuldige redacteur te laten controleren op inconsequenties en onduidelijkheden. |
Een verkorte versie van dit artikel verscheen eerder in de Volkskrant (van 19 februari 1996).
|
|