● Stampij of stampei?
? In de woordenboeken kom ik zowel stampij als stampei tegen. Wat is juist?
! Het nieuwe Groene Boekje geeft zowel stampei als stampij. Van Dale geeft in de 12de druk (1992/1995) alleen stampij, met de opmerking dat de spelling stampei onetymologisch is. Dat is verrassend in vergelijking met de voorgaande drukken: van de 7de (1950) tot en met de 11de druk (1984) vermeldde Van Dale juist alleen stampei. Ook Verschueren noemt in zijn laatste druk (1991) de vorm op -ij ‘etymologisch de juiste vorm’. De woordenboeken van Koenen (1992) en Prisma (1994) houden het echter op stampei, evenals het Handwoordenboek Eigentijds Nederlands van Van Dale (1995). Kramers (1990) verwijst bij stampei naar stampij; de Nieuwe Spellinggids van de Nederlandse Taal (1995) vermeldt alleen stampij.
Beide vormen zijn dus gebruikelijk, maar blijkbaar wint stampij terrein. Dat dit waarschijnlijk terecht is, blijkt onder meer uit het etymologisch woordenboek van De Vries en De Tollenaere. Zij spellen stampij en zoeken de oorsprong in het Middelnederlandse stampije ‘geweld’ (aangetroffen in een bron uit de dertiende eeuw). De taalgeleerde Kiliaan vermeldt in zijn etymologisch woordenboek Etymologicum Teutonicae linguae (1599) het werkwoord stampijen. Die ij stond toen voor een dubbele i, met een lange ie-klank. Die klinker zien we ook terug in het Middelnederlandsch Handwoordenboek: ‘stampie (...) geweld, lawaai, rumoer (...)’.
In etymologisch opzicht heeft stampij de beste papieren, maar ‘officieel’ hebben we nog de keuze.