● Tweezijdig luisteren
Elk contact tussen patiënt en arts bestaat voor een deel uit een gesprek, een soort interview; de gemiddelde huisarts zal dit zo'n 200.000 keer in zijn actieve leven afnemen. Er kunnen nogal wat problemen optreden tijdens het bezoek van de patiënt aan de dokter. Deze zijn dikwijls terug te voeren op te weinig tijd, gebrek aan respect voor de patiënt en zijn probleem, het ontwijken van een eerlijk antwoord, en op onvriendelijkheid. Een voorbeeld: een studie vermeldt dat een arts gemiddeld al na 16 seconden de patiënt interrumpeert! Volgens een andere studie hebben dokter en patiënt in de helft van de gevallen een verschillend idee over de aard van de hoofdklacht. Uit weer een ander onderzoek blijkt 35 tot 92% van de patiënten de uitleg van de dokter niet of niet geheel te hebben begrepen en 40% van de gegeven informatie te zijn vergeten. Het percentage informatie dat vergeten wordt, blijkt omgekeerd evenredig te zijn met de duur van het bezoek. Het is dan niet verwonderlijk dat tot 30% van de patiënten niet tevreden is met het consult. Er is een verband tussen begrip, geheugen, tevredenheid en de uiteindelijke therapietrouw van de patiënt.
Luisteren is voor de dokter het moeilijkst; hij moet met twee oren luisteren. Het verhaal van de patiënt en het vergaren van voor hem relevante informatie lopen door elkaar. Wat is in dat geval dan een goede dokter? Dat is heel moeilijk vast te stellen. Het blijkt dat de methodiek van informatie vergaren bij zowel goede als slechte dokters niet ideaal is; beiden trekken hun conclusie al binnen enkele minuten na het begin van het contact en luisteren verder selectief naar aanvullende informatie. Het enige verschil tussen een goede en een slechte dokter ligt in het aantal mogelijkheden dat hij in zijn conclusie overweegt. De goede dokter drie of vier, de slechte één of hoogstens twee. En beiden zijn moeilijk van hun oorspronkelijke oordeel af te brengen! Dus het enige meetbare verschil tussen een goede en een slechte arts berust op kennis.
Dr. D. Overbosch: Winkelen in de supermarkt van de gezondheidszorg.
foto: Bart Versteeg
CONGRES
‘Als u begrijpt wat ik bedoel’
Toch zijn belangrijke kwaliteiten van een arts vooral luisteren, helder uitleggen, voldoende tijd besteden en zorgzaam zijn. Als deze kwaliteiten aanwezig zijn, leidt dit tot een betere medewerking van de patiënt, minder ongerustheid en een sneller herstel. Slechte communicatie leidt tot onvrede, slechte diagnoses en minder medewerking van de patiënt.
Functionele communicatie in de geneeskunde is gericht op het verkrijgen van informatie, op het leggen van een relatie tussen genezer en patiënt, en op het verschaffen van informatie. Die informatie legt de nadruk op het verklaren van de ziekte, het onderhandelen over de behandeling en het motiveren tot het opvolgen van de gegeven adviezen. Bij de patiëntgerichte benadering wordt gepoogd erachter te komen wat de ziekte voor de patiënt betekent. Er gaapt een kloof tussen de dokter die tevreden is met zijn diagnose en de patiënt die nog geen steek verder is met betrekking tot zijn klacht. Dikwijls zal de patiënt zich bij een slecht bericht afvragen ‘Waarom ik, waarom nu en waarom dit?’