Moeder? Míjn moeder!
Jannie Maes - redacteur, Oosterbeek
Nog voel ik de gruwel die ik moest onderdrukken toen het afdelingshoofd in het bejaardentehuis waar mijn moeder woonde tegen mij over moeder sprak. Ik voelde me er altijd een beetje door aangerand: ze ging ergens staan waar ze niet hoorde. Mijn moeder was niet ons béider moeder, zij was en is alleen míjn moeder. Dat ik al die negen maanden dat mijn moeder daar was niet met het afdelingshoofd in de clinch ging, was omdat ik met haar dingen moest regelen ter wille van mijn moeder, en het was belangrijk dat dat goed ging.
In het verpleeghuis waar ze nu is, maak ik het tegenovergestelde mee. Een verzorger spreekt met mij over ‘mevrouw Maes’, en bespreekt de situatie ook verder in bewoordingen die klinken alsof ze ongewijzigd uit zijn lesboekje komen. Dat wekt niet zozeer afschuw, het werkt vervreemdend.
Uitvaartleiders zeggen belang te hechten aan het juiste woord. Ik zou hun willen aanraden: benoem de overledene volgens de positie die hij of zij inneemt als derde bij uw gesprek met de nabestaande: uw man, uw moeder, of, wat afstandelijker: mijnheer, mevrouw. Dan schiet u nóch te kort in betrokkenheid, nóch kruipt u onwaarachtig in de huid van de nabestaande.