● De te herziene rekening
? Laatst schreef ik in een brief: de te herziene rekening. Opeens trok herziene mijn aandacht: vanwaar die eind-e? In vergelijkbare combinaties als het te herschrijven verslag, de te verbranden papieren, enz. eindigt het werkwoord immers altijd op een n? En hoewel ik de juistheid van herziene niet in twijfel trok, bleef de vraag naar het waarom mij bezighouden. Kunt u mij aan een antwoord helpen?
! Dat herziene in ‘de te herziene rekening’ niet op een n maar een e eindigt, komt doordat het tot een bijzondere categorie werkwoorden behoort. Bijna alle werkwoorden van het Nederlands eindigen in hun infinitiefvorm op -en: praten, liggen, lopen, zitten, denken, werken, zaaien, enz. De werkwoorden gaan, slaan, staan, zien en doen (en afleidingen daarvan, zoals verstaan, herzien, ontstaan, bezien) vormen hier een uitzondering op. Dit groepje gedraagt zich vóór een zelfstandig naamwoord anders dan de ‘gewone’ werkwoorden: ze krijgen dan een buigings-e volgens de regels die voor het bijvoeglijk naamwoord gelden:
voor een onzijdig woord: |
voor een mannelijk/vrouwelijk woord: |
het te herziene bedrag |
de te herziene rekening |
een te herzien bedrag |
een te herziene rekening |
Om dezelfde reden is het: gedane arbeid, ontstane problemen, onvoorziene omstandigheden, vergane bladeren, enz.
Een ‘gewoon’ werkwoord als schrijven blijft in deze positie echter onverbogen en eindigt dus telkens op een n:
voor een onzijdig woord: |
voor een mannelijk/vrouwelijk woord: |
het te schrijven verslag |
de te schrijven nota |
een te schrijven verslag |
een te schrijven nota |