● Knullige knullen
Een woord dat me al lang intrigeert, is knul. Vooral in zijn relatie met het bijvoeglijk naamwoord knullig. Een knul is meestal niet knullig, terwijl een lul wel lullig is, een trul trullig, een onbenul onbenullig en een sul sullig. Knullig is even negatief als lullig, trullig, onbenullig en sullig, terwijl knul een positieve of neutrale gevoelswaarde heeft, in tegenstelling tot lul, trul, onbenul en sul. In hedendaags Nederlands betekent knul ‘opgeschoten jongen’ en ‘vent, man’. Bij lul staan vaak onvriendelijke adjectieven als stom en slap, bij knul waarderende zoals in ‘een leuk knulletje’, ‘een flinke, stevige knul’. Waarom is knullig dan zo ongunstig?
Knul heeft een betekenisverschuiving ondergaan. Knullig heeft te maken met knul in zijn oude betekenis: ‘sukkel, sul, stumper’. Ook knol werd vroeger wel gebruikt voor een lompe of domme man (in de Spaanschen Brabander van Bredero figureerde een Jan Knol), maar toch is knul waarschijnlijk niet uit knol ontstaan. Het is afkomstig uit het Bargoens. Wel kan knol ‘lomperik’ bij de verbreiding van het woord knul een rol hebben gespeeld.
Knul in de ongunstige betekenis is voor het eerst als Bargoens woord in 1769 in de meervoudsvorm knullen opgetekend. Toen bestond knille (een variant van knul) eveneens al in de neutrale betekenis ‘jongen’. De oorsprong van knul moet wellicht gezocht worden in het Rotwelsch, het Duitse Bargoens. In het noordelijke Duits vindt men nog vormen als knülch en knilch ‘onaangenaam mens, kerel’, die mogelijk uit knollig ‘boers’ zijn afgeleid. En zo komen we weer bij knol terecht. In wat oudere Duitse studententaal kwam ook knüll(e) ‘kapot, uitgeput, dronken’ voor. Dit hoort niet bij knol, maar bij het Duitse werkwoord knüllen ‘samendrukken, kreuken’. In ouder Duits betekende het ‘stoten, slaan’. Het komt overeen met het (verouderde) Nederlandse knullen ‘samendrukken, stampen’, een werkwoord dat gebruikt werd bij het vollen van laken.
Lul is van het werkwoord lullen ‘zachtjes zingen’ (denk aan het Engelse lullaby) afgeleid, maar het werkwoord knullen heeft eerder met lul dan met knul te maken. In de Zweedse vorm knulla althans. De betekenis-ontwikkeling bij dit woord van ‘stoten, slaan’ tot ‘geslachtsgemeenschap hebben’ is dezelfde als die in het Nederlands bij neuken heeft plaatsgevonden.
Jongenswoorden die met kn- beginnen, ze zijn me zo dierbaar. Mede dankzij de reclame voor luiers is knul een springlevend woord. Maar hoe moet het nou met onze knapen? Wanneer verschijnt er weer eens een knappe knaap in beeld?