Het proefschrift van Durk Gorter
De gemeentelijke overheid en het Fries
Redactie: Wim Daniëls
Over de bevordering van het Fries is de laatste jaren veel te doen geweest. In de tweetalige provincie Friesland is het Fries een dagelijks gespreksonderwerp, vergelijkbaar met het weer, de politiek en de sport. Vooral het gebruik van het Fries door de overheid, het officiële taalverkeer, staat sterk in de belangstelling. Hoe staan de overheidsambtenaren in Friesland tegenover de taal van hun provincie? Durk Gorter verrichtte in het kader van zijn promotie-onderzoek het nodige veldwerk om die vraag te kunnen beantwoorden.
Hoewel een meerderheid van de bevolking Fries gebruikt in de informele sfeer van het gezin of met de buren, spreekt slechts een op de drie Fries in het directe contact met de plaatselijke overheid; het Nederlands geeft daar de toon aan. Wat is de oorzaak voor deze ongelijke machtsverhouding tussen het Fries en het Nederlands in het mondelinge taalgebruik?
Gorter vergelijkt het gemeentelijk taalbeleid in Friesland met Europese uitspraken over minderheidstalen: in de gemeenteraden worden wel positieve beleidsuitspraken gedaan over de bevordering van het Fries, maar de uitvoering van het beleid is vervolgens maar matig. Waarschijnlijk speelt daarbij een rol dat de Friese ambtenaren over het algemeen minder Fries zijn dan de doorsneebevolking. Zij spreken ook onderling Nederlands. Onder de ambtenaren zou zelfs een negatieve houding te bespeuren zijn ten opzichte van het Fries. Enige aandacht voor Friese taal en cultuur in het algemeen is voor de meesten mooi genoeg. In hun contacten met burgers is het Nederlands meestal hun uitgangspunt als zij een gesprek beginnen. Het blijkt dat de niet-autochtone ambtenaren het Fries wel leren verstaan, maar dat ze het niet nodig vinden het te leren spreken. Fries kunnen schrijven, vinden ze niet noodzakelijk voor de uitoefening van hun beroep. Een derde van de van oorsprong niet-Friese ambtenaren kan ook geen Fries lezen.
Duidelijk is, aldus Gorter, dat een positievere opstelling van de ambtenaren tegenover het Fries een belangrijke bijdrage kan leveren aan het behoud van die taal. En die positievere opstelling moet er komen, is zijn mening, want de Friestaligen hebben niet alleen het recht om zelf het Fries te gebruiken, maar ook om antwoord te krijgen in die taal, zowel mondeling als schriftelijk.
Taalplanning is bij uitstek een taak van de overheid. Voor Friesland geldt dat er een ontwerp-taalwet ligt, die inhoudt dat de Friese overheid de Friese taal en cultuur dient te bevorderen. Van de verschillende overheden staat de gemeente het dichtst bij de mensen, en ze is daarom van groot belang voor het taalbeleid, meent Gorter. Het zou dan zeker ook moeten gaan om het mondelinge taalverkeer, een aspect dat in de beleidsontwikkeling tot nu toe weinig aandacht heeft gekregen. Daarin heeft steeds het schriftelijke taalverkeer centraal gestaan.
Durk Gorter - Taal fan klerken en klanten; Universiteit van Amsterdam, 1993.
Bij het in het Fries geschreven proefschrift zit een uitgebreide samenvatting in het Nederlands. Het proefschrift is te bestellen bij de Fryske Akademy, tel. 058-131414.