De stem als bewijsmateriaal
Forensisch spraakonderzoek [1]
A.P.A. Broeders - Gerechtelijk Laboratorium, Rijswijk
‘Mag ik de heer Rosa van u?’ ‘Opsporing Verzocht’ liet dit zinnetje tweemaal horen in 1987. En de tips stroomden binnen: heel wat mensen meenden de stem van de ontvoerder van G.J. Heijn te herkennen. Toch zette geen van die tips de politie op het juiste spoor.
Teleurstelling daarover vormde de belangrijkste drijfveer voor het aanstellen van een forensisch foneticus bij het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk: de heer Broeders. In drie artikelen zal hij enig licht werpen op de mogelijkheden en beperkingen van forensisch spraakonderzoek.
Het forensisch spraakonderzoek is een, zeker in Nederland, nog betrekkelijk jonge vorm van gerechtelijk onderzoek. Het gaat daarbij om spraakonderzoek dat wordt uitgevoerd ten dienste van de rechtspleging, zowel in het kader van de opsporing als voor de bewijsvoering. De meest tot de verbeelding sprekende vorm van dit type spraakonderzoek is waarschijnlijk de forensische sprekeridentificatie: het bepalen van de identiteit van een spreker aan de hand van zijn spraak. Vooral in Amerikaanse spionagefilms en misdaadseries wordt voor dit doel vaak uiterst geavanceerde apparatuur ingezet, waarmee niet zelden verbluffende resultaten worden bereikt. In werkelijkheid zijn de mogelijkheden van de forensische sprekeridentificatie echter beperkt. Dat neemt niet weg dat forensische fonetici en dialectologen in landen als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten geregeld optreden als gerechtelijk deskundige. In die hoedanigheid geven zij hun oordeel over de vraag of een bepaalde spraakopname afkomstig is van de verdachte.
Andere zaken waarmee forensische spraakonderzoekers zich bezighouden zijn sprekertypering (waarover later meer), verbetering van de verstaanbaarheid van audio-opnamen, en het onderzoek naar de integriteit en authenticiteit van dergelijke opnamen.