● Allemaal beschaafd
Heel lang moest cabaret iets anders zijn dan plat amusement; het moest beschaafd zijn. Jean Louis Pisuisse, de ridder van het Nederlandse cabaret, klonk mannelijk beschaafd. Wim Sonneveld, Fons Jansen, Paul van Vliet, Jos Brink, beschaafde stemmen zoals je ze alleen nog bij het ANP hoort. Maar er waren in het theater-amusement ook andere, meer persoonlijke klanken te beluisteren. De allereerste importeur van cabaret, Eduard Jacobs, klonk huilerig-aanklagend. Louis Davids had een klein maar fijnzinnig geluid dat soms kwajongensachtig, soms overbeschaafd klonk. Hetty Blok behoort tot de categorie van de burleske stemmen. Zij kan er alles mee en heeft voor thuisgebruik iets beschaafds gereserveerd met een komisch-overdreven dictie. In het huidige cabaret zien we Bert Visscher, die de gedreven stem van de waanzinnige beoefent. Conny Stuarts stem is als haar vingerafdruk. Maar ik kan me niet voorstellen dat zij als meisje al zo sprak. Er moet iets bijgekomen zijn. Iedereen die haar ooit de zin ‘Bent u ooit wel eens gestoken door een bij?’ heeft horen zingen, hoort die bij het lezen van de tekst nog in zijn hoofd. Conny Stuart begon haar carrière eind jaren dertig in het genre Lys Gauty en Lucienne Boyer. Dat soort zangeressen zong met ophaaltjes. Ze zeilden naar elke noot toe, dat was de mode toen. (Toon Hermans doet het nog, nooit een noot recht inzetten, maar altijd een glijertje ernaar toe.) Misschien ging Conny Stuart, toen haar talent voor het komische ontdekt werd, wel spreken zoals zij tot dusver gezongen had, maar dan komisch aangedikt.