● Vermijdgedrag
Hun handicap kan op verschillende manieren worden verlicht. In dit artikel ga ik alleen in op de zogenoemde ‘slokdarmspraak’ - in vakterminologie ‘oesophagusspraak’ of ‘injectiestem’ genoemd. Het systeem van deze stem berust op het inslikken van een portie lucht (zoals bij frisdrank) die via een getrainde oprisping weer als het ware wordt teruggeboerd naar keel en mondholte. De terugstroom van lucht wordt benut om er woorden hoorbaar mee uit te spreken, ook al klinken deze wat ‘robotachtig’; veel mensen schrikken daar vaak even van. Ervaren gebruikers hebben het zelfs tot enige intonatie weten te brengen.
De te gebruiken hoeveelheid lucht is betrekkelijk gering en bepalend voor het ‘in één adem’ te vormen aantal lettergrepen of woorden waarmee men zich wenst uit te drukken. Dit varieert al naar gelang de gemoedsrust en spreeksnelheid van de spreker van vijf tot ongeveer vijftien lettergrepen.
Onze taal kent legio woorden die met een h beginnen en die bij uitspraak meer lucht vragen dan lipletters als b, f, m, n, p, v en w, die vrij gemakkelijk uit te spreken zijn. Een stembandloze zal zich daarom een bewuste woordkeus eigen maken. Daarbij wordt getracht ‘moeilijke’ woorden te omzeilen door snel voor of tijdens het gesprek te selecteren welk synoniem beter te gebruiken is in verband met de uitspreekbaarheid respectievelijk de verstaanbaarheid. Ter vergelijking kan een stotteraar dienen die lang aanhikt tegen een woord dat met een k begint: ‘k..k..k..k..’; en dan komt hij bij verrassing aan met accent in plaats van met klemtoon. Het bezit van een wat ruimere woordenschat is dan wel van bijzondere waarde. Woorden als hallucinatie of huisbewaarder leveren door de daaraan gekoppelde volgende lettergrepen voor een stembandloze spreker geen problemen op.