● Die of dat?
? Welk verbindingswoord moet ik gebruiken in de zin ‘Wij zijn dankbaar voor de jaren die/dat hij bij ons was’?
! Alleen het voegwoord dat is hier mogelijk, dus:
1 | Wij zijn dankbaar voor de jaren dat hij bij ons was. |
Om te kunnen begrijpen waarom dat zo is, moeten we onderscheid maken tussen voegwoorden en betrekkelijke voornaamwoorden. Ter vereenvoudiging van de uitleg vervangen we de jaren door het jaar. Vergelijk de volgende twee zinnen:
2 | Wij zijn dankbaar voor het jaar dat hij bij ons was. |
3 | Wij zijn dankbaar voor het jaar dat hij bij ons heeft doorgebracht. |
Beide zinnen bevatten een hoofdzin (‘Wij zijn dankbaar voor het jaar’) en een bijzin (in 2: ‘dat hij bij ons was’, en in 3 ‘dat hij bij ons heeft doorgebracht’). Hoofd- en bijzin worden zowel in 2 als in 3 verbonden door het woordje dat. Het gaat echter om twee verschillende woordjes dat: in 2 is dat een voegwoord en in 3 is het een betrekkelijk voornaamwoord. Wat is het verschil?
Een voegwoord heeft slechts een verbindende functie (het koppelt de hoofdzin aan de bijzin). Een betrekkelijk voornaamwoord is daarnaast zelf zinsdeel (onderwerp, lijdend voorwerp, enz.) in de bijzin. Dat blijkt duidelijk als we van de bijzinnen uit 2 en 3 hoofdzinnen maken:
2a | Hij was bij ons. |
3a | Hij heeft dat (= het jaar) bij ons doorgebracht. |
In 2a is dat onmogelijk (‘hij was dat bij ons’); als voegwoord heeft het louter een verbindende functie. In 3a daarentegen is dat lijdend voorwerp bij ‘doorbrengen’.
Bovendien is een voegwoord onveranderlijk, terwijl een betrekkelijk voornaamwoord zich aanpast aan het geslacht en getal (meervoud/enkelvoud) van het woord waarop het betrekking heeft. Dat verschil is goed te zien als we het jaar uit zin 2 en 3 in het meervoud zetten:
2b | Wij zijn dankbaar voor de jaren dat hij bij ons was. |
3b | Wij zijn dankbaar voor de jaren die hij bij ons heeft doorgebracht. |