Verplaatsingen van Multatuli
H. Brandt Corstius bespreekt in de Volkskrant (3-4-92) de historisch-kritische uitgave van Multatuli's Max Havelaar, of de koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij. Daarin zijn alle veranderingen geboekstaafd die Multatuli in opeenvolgende drukken van dat boek aanbracht. Brandt Corstius constateert dat Multatuli ongeveer 700 keer het werkwoord heeft verschoven naar een plaats meer achter in de zin. Hij geeft de volgende twee voorbeelden: ‘... behandelde met meer inschikkelijkheid en tact’ wordt ‘... met meer inschikkelijkheid en tact behandelde’, en ‘... gelijk staat met vele Duitse hertogdommen’ wordt ‘... met vele Duitse hertogdommen gelijk staat’. Brandt Corstius gaat verder: ‘Wat zit hierachter? Een taalverandering? Een aanpassing bij de spreektaal (maar daar hoor je tegenwoordig juist nog veel restjes na het werkwoord)? Een overgang van Gallisch naar Germaans, omdat Dekker in Duitsland woonde?’
Ik kan geen antwoord geven op die vraag. Liever geef ik nóg een verklaring, die berust op een verschijnsel dat ik bij mijzelf heb geconstateerd. Als ik de eerste versie van een tekst schrijf, staan er veel elementen na de werkwoordelijke eindgroep. Dat komt doordat ik tijdens het schrijven van de zin nog elementen toevoeg die ik belangrijk vind. Door die elementen op de laatste plaats te zetten, geef ik ze de nadruk waar ik op dát moment behoefte aan heb. Een tijdje later lees ik mijn eigen tekst. Dat lezen gaat veel sneller dan het schrijven. Ik kan meer rekening houden met de totale tekst en heb niet meer de behoefte allerlei afzonderlijke elementen door middel van een aparte plaats te benadrukken. In plaats daarvan wil ik juist de samenhang van de zinsdelen zo groot mogelijk maken. Aan die nieuwe (lezers)behoefte geef ik toe door de elementen die oorspronkelijk een beetje los achteraan stonden, beter in de zin te integreren.
Natuurlijk was Multatuli onvergelijkelijk veel talentvoller dan ik, maar misschien waren de problemen die hij als schrijver had wel enigszins vergelijkbaar. Multatuli schreef zijn Max Havelaar in heel korte tijd. Voor de eerste druk kan hij nauwelijks zijn eigen tekst gereviseerd hebben. In die druk hebben waarschijnlijk de nadrukkelijke zinnen uit het schrijfproces centraal gestaan. Latere drukken beoordeelde Multatuli in de eerste plaats als lezer; als lezer had hij behoefte aan integratie, dus plaatste hij de elementen binnen in de zin.