● Hekel aan postduiven?
Na deze wat lang uitgevallen aanloop kom ik tot het eigenlijke onderwerp van dit stuk: hoe moet de lexicograaf omgaan met leenwoorden? Welke van die woorden moet hij opnemen? Ongetwijfeld niet alle. Veel termen uit andere talen worden incidenteel geleend. Zulke woorden horen niet thuis in een Nederlands woordenboek; ze zouden het maar onnodig dik maken. Wie wil weten wat zo'n woord betekent, zoekt het maar op in een woordenboek van de desbetreffende taal.
Koenen behandelt leenwoorden niet anders dan andere woorden. We nemen ze op als we ze geregeld lezen of horen en als verschillende schrijvers of sprekers ze gebruiken. Met andere woorden: als we verwachten dat woordenboekgebruikers willen opzoeken hoe je ze schrijft of wat ze betekenen. Als lexicograaf moet je er daarbij voor waken dat je je eigen of andermans smaak de doorslag laat geven. Velen zouden bijvoorbeeld uit esthetische overwegingen graag hebben gezien dat de woorden bullshit, remake, say of einzelgänger niet in de 29ste druk van Koenen waren opgenomen. Aan zulke verlangens mag je niet tegemoet komen, want lexicografie is geen kwestie van smaak. Het zou ook wat moois worden. Misschien loopt er wel ergens een lexicograaf rond die een hekel heeft aan christenen en aan postduiven. Zou hij die woorden daarom maar moeten weglaten?
Ik geef nu tien voorbeelden van leenwoorden die ik sinds het afsluiten van de 29ste druk heb aangetroffen, en die ik op grond van bovenstaande criteria zou opnemen als ik daarover vandaag moest beslissen. Deze woorden zijn niet noodzakelijkerwijs splinternieuw; ze hebben alleen de 29ste druk niet gehaald, hetzij omdat ik ze toen niet kende, hetzij omdat ik het toen nog te vroeg vond om ze op te nemen.
bonanza
Dit Spaanse woord, bekend van de gelijknamige tv-serie, is via het Engels in het Nederlands terechtgekomen. Ik trof het driemaal aan op een beurspagina, steeds in de betekenis ‘hausse, boom, periode van wilde en ongecontroleerde koersstijging’. In het Engels heeft het een vergelijkbare betekenis, en betekent het tevens ‘rijke goud- of zilvermijn’. En mijn Sterwoordenboek Spaans-Nederlands geeft ‘kalm weer; rust; tiempos de b. tijden van voorspoed’.
cliffhanger
Spannend moment waarmee een aflevering in een tv-serie, een hoofdstuk in een boek enz. afloopt, bedoeld om verder kijken of lezen aan te moedigen.
conditioner
‘Geen geknoei meer met verschillende flesjes, er is nu Wash & Go, shampoo en conditioner ineen.’ Dat het woord niet in de woordenboeken voorkomt, geeft al aan dat het met het geschetste probleem wel meevalt. Maar wat is het? Mijn Engelse woordenboeken vermelden het (in de bedoelde betekenis) al evenmin als de Nederlandse. Zal wel met Eng. to condition ‘in de gewenste (verbeterde) conditie brengen’ te maken hebben.
-gate
Sedert het Watergate-schandaal (1972-1974) bestaat, vooral in Amerika, de gewoonte om nieuwe schandalen te benoemen met samenstellingen die -gate als tweede lid hebben. Ik noteerde in de loop der jaren Billygate, Irangate, Tamilgate, Camillagate, Nannygate en onlangs had Clinton zijn hairgate en travelgate. Dit procédé werkt (nog) niet op Nederlandse woorden, maar omdat je samenstel-