Tien tips voor uw voordracht
Jaap de Jong
Congressen, conferenties, symposia, seminars: het seizoen is weer geopend. Wekelijks stellen we ons bloot aan de presentatievaardigheden van sprekers, coreferenten, forumleden en dagvoorzitters. Geïnspireerd door de tentoongespreide voordrachtskunst van zijn vakgenoten formuleerde Jaap de Jong een handreiking voor het houden van onvergetelijke voordrachten.
1 Schrijf geen toespraak maar een artikel
Dan slaat u twee vliegen in één klap en kunt u uw tekst na de voordracht direct naar de drukker brengen. Zinnen in uw toespraak als ‘Hierop kom ik in de volgende paragraaf terug’ of ‘In de hierboven gesignaleerde uitgangspunten...’, en schrijftaal als derhalve en voorts neemt uw publiek graag voor lief. Als u onverhoopt stukjes overslaat, benadruk dan voortdurend dat alles wat u zegt door tijdgebrek oppervlakkig en simplificerend is in vergelijking met uw doorwrochte artikel. Het publiek mag niet de vergissing maken te denken dat ook uw toespraak iets interessants bevat.
2 Kom net of niet op tijd
Dat houdt de spanning bij de organisatie er goed in en u wekt de indruk een drukbezet en belangrijk mens te zijn. Nog een voordeel: u hoeft geen tijd te verdoen met het verkennen van de zaal en het uitproberen van de aanwezige geluidsapparatuur en de overheadprojector.
3 Hoed u voor zelfs de elementairste kennis van de omgang met microfoons
Dat is meer iets voor popzangers dan voor sprekers. Als u in een microfoon begint te praten en hij doet het niet, leg u er dan bij neer dat er niets aan te doen is. Blijf in ieder geval verder praten, want anders krijgt u uw tekst niet af.
Vraag verder altijd een statiefmicrofoon. Dat levert boeiende effecten op als u even een nieuwe sheet neerlegt en blijft doorpraten. Misschien verstaat dan niet iedereen u meer, maar het belangrijkste is dat de hele tekst voorgelezen wordt.
Weiger in ieder geval een halsmicrofoon en zeker een reversmicrofoon. U zou daarmee de neiging kunnen krijgen zo nu en dan de katheder los te laten waaraan u zich vastgeklampt hebt, en uw houding te variëren. Iedere beweging die u maakt, zelfs het kleinste armgebaar, leidt af van de inhoud van uw verhaal.
4 Lees uw toespraak voor
Varieer daarbij niet in intonatie en stemgebruik, dat leidt allemaal af van uw hoofddoel: alle woorden die op papier staan ook uitspreken. Dergelijke aanstellerij is iets voor acteurs, die een heel ander doel hebben: een publiek boeien.
5 Vermijd oogcontact met uw publiek
Als u toch kijkt, doe dat dan zo somber en gekweld mogelijk. Wek geen moment de indruk dat u aardigheid hebt in uw voordracht.
6 Meet uzelf een stopwoord aan
Bruikbaar zijn: ...niet, ...hè, ...ergo, ...toch? En bezuinig niet op toverwoorden als synergetische processen en communicatie. (Een echte aanrader is ‘communicatieve uitgangspositie van communicatieparticipanten’.) Daarmee betrekt u de luisteraars die hun inhoudelijke interesse in uw betoog verloren hebben, weer bij uw voordracht: het turven van stopwoorden is een populair tijdverdrijf.
7 Als u al overheadsheets gebruikt, neem dan de volgende maatregelen:
- Zorg voor goedgevulde sheets
Minimaal 7 volzinnen per sheet; vanzelfsprekend in een niet te groot lettertype: als de mensen op de eerste rij het kunnen lezen is het mooi genoeg.
- Besteed geen aandacht aan de informatie op uw sheet
Leg de sheet eventueel recht neer, wijs dan vaag in de richting van het scherm en vat het ingewikkelde schema met de toevallig meegekopieerde Franse bijschriften snel samen: ‘U kunt allemaal zien dat de diverse communicatieactoren geen optimaal geïntegreerde bijdragen leveren aan de relevante epibratieprocessen.’
8 Zorg voor een abstracte en geleerde inhoud
Toon dat u niet van de straat bent: gebruik veel termen, schema's, modellen, formules en buitenlandse citaten die u niet vertaalt. Als u voorbeelden of anekdotes of concretiseringen gaat toevoegen, verwordt uw betoog tot een te gemakkelijk verteerbare maaltijd. De luisteraars mogen best wat moeite doen om u te kunnen volgen.
9 Houd u niet aan de afgesproken tijd
Onthoud dat alle tekst die u op uw papier hebt geschreven, even belangrijk is en dus voorgelezen moet worden. Het publiek kan best even de beleefdheid opbrengen naar u te blijven luisteren: wat is een kwartiertje op een mensenleven! Negeer daarom stopsignalen van de dagvoorzitter; die voelt toch niet aan wat het publiek boeiend vindt. Ook geschuifel en gemor in de zaal moet u niet te zwaar opnemen: als de dagvoorzitter u niet tot de orde roept, zal uw toespraak boeiend genoeg zijn om ordentelijk afgemaakt te kunnen worden. Ook als u de laatste spreker van de dag bent en de conferentie loopt uit, moet u minimaal de volledige officiële spreektijd benutten. Een korte toespraak omwille van het publiek is een teken van karakterzwakte.
10 Wek regelmatig de indruk dat u aan het afronden bent
Bijvoorbeeld door woorden te gebruiken als samenvattend, concluderend en ik kom aan het eind van mijn betoog, maar eindig dan niet. Snijd vervolgens gerust een groot aantal nieuwe onderwerpen aan. Met deze techniek trekt u weer even de aandacht van het publiek en wekt u bij de voorzitter de indruk dat u oprecht gehoor geeft aan diens dringende advies er een einde aan te maken.