● Af en toe zon
Misschien zat het KNMI ernaast, maar uit het gegeven voorbeeld blijkt dat niet. Aan de duur van de zonneschijn worden bij perioden met zon geen hoge eisen gesteld, zoals tabel 1 laat zien. De percentages hebben betrekking op het gedeelte van het totaal aantal uren dat de zon zich boven de horizon bevindt. Dat is nooit langer dan 15 uur, zodat de zon het na nog geen anderhalf uur schijnen al mag laten afweten en er misschien bij uw aankomst op het strand zijn dagtaak al bijna op had zitten. De tabel laat verder zien dat er slechts drie zonneschijnklassen worden onderscheiden;
tabel 1 Terminologie voor bewolking en zonneschijn
|
zonneschijnpercentage |
bewolkingsterm |
zonneschijnterm |
0-20 |
veel bewolking |
|
10-60 |
wolkenvelden
wisselend bewolkt
veranderlijke bewolking
half tot zwaar bewolkt |
af en toe zon
zonnige perioden
perioden met zon
opklaringen |
40-100 |
weinig bewolking
licht bewolkt
helder(e nacht) |
zonnig |
tabel 2 Enkele weerkundige grenzen
|
Nat of droog? |
0,1 of 0,2 mm
0,3 mm of meer |
droog, geen neerslag
niet droog, neerslag |
Regen of motregen? |
diameter druppel
kleiner dan 0,5 mm |
motregen |
|
diameter druppel
0,5 mm of groter |
regen |
Zicht: nevel en mist |
zichtbelemmering door waterdruppeltjes |
nevel |
|
zicht minder dan 1000 m |
mist |
|
zicht minder dan 200 m |
dichte mist |
|
zicht minder dan 50 m |
zeer dichte mist |
daardoor komen uitdrukkingen als af en toe zon en perioden met zon, die gevoelsmatig nogal wat uit elkaar liggen, in dezelfde groep terecht. De nauwkeurigheid waarmee de zonneschijnduur voor een bepaalde plaats in Nederland voorspeld kan worden en het geringe verband tussen het aantal uren zonneschijn op verschillende locaties in Nederland voor dezelfde dag, maken verdere verfijning van de klassen in de tabel niet zinvol.
De paar spatjes regen of motregen hoeven geen belemmering te vormen voor het etiket droog weer. De grens tussen nat en droog in een weersverwachting ligt bij een regenhoeveelheid van 0,3 mm (0,3 liter per m2) per beschouwde periode, gewoonlijk van 6 of 12 uur (tabel 2). Het instellen van deze grens was nodig om met de voor de waarnemingen gebruikte regenmeters neerslag te onderscheiden van aanslag door mist.