Allochtoon discriminerend
Joh. Diepraam - Lisse
Op blz. 41 van nummer 2/3 registreert Hans Heestermans de betekenisverschuiving van buitenlander naar allochtoon. Net zoals het woord barbaar een andere strekking kreeg, wordt het woord allochtoon steeds zwaarder beladen. Een allochtoon is iemand die naar de grondbetekenis in feite gewoon uit een ‘ander land’ komt: allos betekent in het Grieks ‘ander’ en chthoon ‘land’. Maar allochtoon wordt niet voor alle buitenlanders en zonder onderscheid des persoons gebruikt; allochtonen zijn de emigranten uit Turkije, Marokko, Suriname, Afrika, Azië en Zuid-Amerika, en ook de rijksgenoten overzee, ongeacht of ze allang de Nederlandse nationaliteit hebben, zoals vele Molukkers, of landgenoten die zelfs geboren Nederlanders zijn maar van Indische afkomst, en Antillianen. Het valt op dat men buitenlanders uit Noord-Amerika en West-Europa gewoon Amerikanen, Canadezen, Engelsen, Fransen, enz. noemt. Ook gevluchte emigranten uit Oost-Europa, zoals de vroeger al binnengekomen Hongaren, Tsjechen en Slowaken, en tegenwoordig Polen, Kroaten en Bosniërs, krijgen in de media niet gauw het etiket allochtoon opgeplakt.
Ik werk voor een multinationaal bedrijf met veel Amerikaanse (top)functionarissen. Zouden wij die collega's met ‘allochtoon’ aanduiden, dan zou er flink wat rumoer ontstaan. Deze gevoelsmatige afkeer bewijst dat allochtoon een ongunstige betekenis heeft gekregen.
De specifieke betekenis blijkt ook uit de volgende koppen: ‘Bedrijf moet allochtone werknemers registreren’; ‘Kleine allochtone ondernemers doen het soms heel goed’; ‘Allochtonenbeleid bedrijven openbaar’ (gaat evenmin over ‘gewone buitenlanders’); ‘Allochtone student meest gebaat bij goede begeleiding’ (over Turkse en Marokkaanse studenten in Nederland); ‘Haagse makelaar wrijft-migrant alles aan’: dit artikeltje wraakt een rapport waarin de als allochtonen gekenmerkte groep als oorzaak wordt genoemd van stadsverarming; door het gebruik van dit woord houdt men westerse buitenlanders automatisch buiten schot. Iedereen dacht, blijkens de protesten tegen de makelaar, als vanzelfsprekend aan buitenlanders uit het Midden- en Verre Oosten en de West. ‘Voor allochtoon hoort abortus bij leven vrouw’ (weer dezelfde op-één-hoop-schuiverij, want Surinaamse en Antilliaanse vrouwen staan immers heel anders tegenover abortus dan Marokkaanse en Turkse vrouwen; maar veel zogenaamd moderne Amerikaanse vrouwen die in Nederland verblijven zijn tegen abortus - daarover echter geen onderzoek en zeker geen woord).
Ik zou nog talloze andere alledaagse voorbeelden uit de kranten kunnen aanhalen, maar ik concludeer voorlopig een toenemend gebruik van het woord allochtoon met een duidelijk discriminerende tendens. Het gebruik geldt namelijk uitsluitend geselecteerde groepen buitenlanders in onze samenleving, gebaseerd op uiterlijke kenmerken zoals huidskleur en cultureel-religieuze verschillen.