● Taboe in Van Dale
Een vergelijking van de laatste edities van Van Dale met die van 1961 (achtste druk) leert dat de lemmata bij taboe veel langer zijn geworden: van acht regels voor taboe en drie voor de enige samenstelling taboevoorstelling naar totaal 25 in de recent verschenen twaalfde druk, met taboeëren, taboeïseren, taboe-onderwerp, taboesfeer, taboevoorstelling en taboewoord. Aan de uitdrukking ‘een taboe schenden’ is het werkwoord doorbreken toegevoegd. Onder het bijvoeglijk naamwoord staat als eerste, eigenlijke, betekenis: ‘niet aangeraakt mogende worden, onschendbaar’. Als tweede (figuurlijke) betekenis: ‘waarover volgens de sociale conventie niet gesproken mag worden’. Misschien dat het steeds meer naar voren treden van deze laatste betekenis een tweede verandering in de gebruikswaarde van taboe te zien geeft. In 1991 stond er een interview in de krant met de chef van de afdeling kinder- en zedenpolitie in Utrecht, G. Acton, die, sprekend over de waarde die er moet worden gehecht aan de groeiende stroom aanmeldingen van kindermishandeling, zei: ‘Seksuele kindermishandeling en incest zijn uit de taboesfeer gehaald.’
Maar incest is toch hét taboe? Er zijn encyclopedieën die onder het trefwoord taboe zelfs geen tekst geven, maar alleen de verwijzing: zie incest. Mevrouw Acton bedoelde uiteraard: het praten erover. Dát taboe kan doorbroken worden; het incesttaboe wordt geschonden. Het verschil geeft de spanning aan die er in deze context bestaat tussen het taboe op handelingen en woorden.
Van M. Elias verscheen Taboe in taal (Utrecht: Kosmos, 1992).