● Tekortkomingen
Wie in Peptalk op zoek gaat naar Nederlandse woorden en uitdrukkingen die uit het Engels vertaald zijn (Smits en Koenen noemen in hun inleiding zorgzame samenleving en uitplaatsing), die kan het wel shaken, want die ontbreken. Er zijn er natuurlijk ontelbare: een belletje doen rinkelen (to ring a bell), zijn ding doen (to do one's thing), iemand bij de benen nemen (to pull someone's legs), karaktermoord, doemdenker, hersenemigratie, jonge turk, handje-praat (walkie talkie), missionarishouding, de kaart van het land kennen, enz. Misschien moet daar eens een apart boekje over samengesteld worden?
Wat Smits en Koenen hier verzameld hebben, is toch bewonderenswaardig. Ze hebben dit boek niet zomaar ‘langs de klep van de pet’ samengesteld. Onder de ruim 600 nieuwe ingangen noteerde ik: basen, infomercial, CNN, gossip, rank and file, commercial break, datarape, computeriseren, genderbender, voguen en nieuwkomers die hun bestaansrecht danken aan de Golfoorlog: friendly fire, Scud en Patriot raket.
Hoe volledig is dit boek? Om dat te controleren worstelde ik mij door een jaargang van HP/De Tijd en Oor, niet toevallig twee tijdschriften die het Engels hoog in het vaandel voeren. Tevens gebruikte ik de woordenboeken van Kramers en Koenen, die veel Engelse termen opnemen. Ongeveer 80 procent van de door mij genoteerde woorden vond ik terug in Peptalk. Belangrijke omissies zijn volgens mij: cockney (ook: inwoner van Londen), car-ferry, bed and breakfast, American way of life, arthouse, pole position, ageism, blockbuster (in de betekenis ‘goed verkopend boek’ of ‘kaskraker’), bush-bush, cruise control, electronic data processing, HDTV, keycard, kissing disease, veejay, video-jockey, pro life-beweging (en hiernaast pro lifer), raften, ritmebox, designer, drugs, butch, weirdo, greenmail, televangelist, strangle (beursjargon dat naast de straddle toch niet mocht ontbreken), spacecake, casuals (moderne voetbalvandalen), pogo, selfkicker, telejunk (o.a. in Van Dale), gigo, new beat, filofax, acid jazz, slamdansen, mega (als voorvoegsel: -seller, -hit, -ster, enz.), blaxploitation, cyberpunk, splatter film, flash (in de betekenis ‘kort, snel nieuwsbericht’), evangelicals, glitterrock, bungie (= elastiekspringen), barnum.
Overigens ontgaat het mij volledig waarom woorden als dotterbehandeling, Dalton(plan)-onderwijs, Down's syndrome, e.d. werden opgenomen. Alleen maar omdat ze verwijzen naar een bekende Engelse (of Amerikaanse) persoon of plaats? En waarom dan niet ook Marshallhulp, Monroe-doctrine en vul zelf maar in? Maar goed, ik besef dat dit zout op slakken leggen is.