● Efficiënt gebruik
Door het toevoegen van witregels neemt de capaciteit van het beeldscherm met 25% af. Uiteindelijk bevat een goed leesbaar beeldscherm dus slechts 800 tot 900 tekens. Dit noopt tot efficiënt gebruik van de beschikbare ruimte. Daarom hebben korte woorden en een spaarzaam gebruik van bijvoeglijke naamwoorden de voorkeur.
Afkortingen zijn geen oplossing voor het ruimteprobleem. Gangbare woorden leest men in één keer, terwijl afkortingen letter voor letter worden gelezen en vervolgens ‘vertaald’. Dit vergt extra inspanning, die voorkomen kan worden. Een uitzondering hierop vormen de afkortingen die als woord gelezen worden, de acroniemen, zoals VARA of radar.
Hetzelfde geldt voor bijzinnen en teksten tussen haakjes of gedachtenstreepjes. Deze zinsconstructies vragen de lezer om een uitstapje te maken, weg van de hoofdzin. De lezer wordt geacht de hoofdzin te onthouden, hetgeen weer extra inspanning vereist.
Een boodschap op een beeldscherm is vluchtig: één druk op de knop en hij is verdwenen. De lezer moet zo'n ‘pagina’ maar zien te onthouden. Teksten in computers zijn vaak in een vaste volgorde opgeslagen, net als in een boek. Alleen neemt het bladeren met een computer veel meer tijd in beslag dan bladeren in een boek. Hoewel het gaat om honderdsten van seconden, is die extra tijd te veel voor ons geheugen. Twee zaken met elkaar vergelijken op verschillende elektronische pagina's is afmattend: het onthouden kost te veel energie. Bij een goed geschreven tekst voor een elektronisch medium staat alle informatie over één onderwerp op één beeldscherm. Alleen op deze wijze kan het beslag op het menselijk geheugen binnen de perken gehouden worden.