Afkokers
F. Jansen
Uitspraak van cc en sc
Welke regels bestaan er voor de uitspraak van de lettercombinaties cc en sc voor een klinker? Hier komen de regels. De gecursiveerde woorden geven de uitspraak weer, niet de spelling:
1 Een cc voor a, oo en u wordt altijd k: akkapareren, akkoord, akku.
2 Een cc voor e, i en ij wordt ks: aksent, aksepteren, aksident, aksijns.
En accessoires dan, dat algemeen uitgesproken wordt als assesswares? Het zou flauw zijn om te beweren dat dit de spreekwoordelijke uitzondering is die de regels bevestigt. Wel is het zo dat er mensen zijn die hardnekkig van aksesswares spreken.
3 Een sc voor a, o en u wordt altijd sk: skabreus, skalp, skulptuur, skore.
4 Een sc voor i wordt altijd als si uitgesproken: disipel, disipline.
5 Als op sc een e volgt, zijn er twee mogelijkheden:
a) | we horen alleen s: senario, sène, of |
b) | s en sk zijn beide mogelijk: asseze en askeze, septisch en skeptisch, septer en skepter. |
Een ouder uitspraakwoordenboek als Blanqueart (1953) geeft voor de laatste woorden zelfs als mogelijke vormen scheptisch en schepter.
Dat bij de laatste groep woorden uitspraakvarianten bestaan, is wel te verklaren. Voor veel sprekers zijn deze vreemde woorden ontleend aan het Frans, dat alleen de s-uitspraak kent. Maar wie echt een geleerde indruk wil maken, doet alsof hij de woorden direct aan het oude Grieks heeft ontleend. Die oude Grieken spraken de k wel uit: skepter, skepsis. Wie skepter helemaal deftig wil uitspreken, moet de e wat rekken tot skeepter en juist kort houden in skepsis. Jammer genoeg laat vooral het eerste woord zich niet zo makkelijk in een conversatie vlechten.