| |
| |
| |
Zijn leggings trendyer dan hotpants? [2]
Harry Cohen - Brussel
Vorige maand werd uiteengezet hoe woorden van Engelse komaf in ons grammaticale gareel worden gebracht. Nu iets over de minder geslaagde kanten van dit aanpassingsproces. Sommige woorden irriteren ons door hun aanblik, andere maken het ons moeilijk doordat zij niet aan geijkte patronen beantwoorden. Kunnen woordenboekmakers aan dat laatste euvel iets doen?
Net als iedereen praat ik rustig over leasen en computers. Maar als ik zulke woorden op papier zie, word ik kregelig. Iemand die geen Engels kent, kan ze niet lezen - en dat is toch te gek. Eigenlijk heb ik alleen vrede met woorden die zo geschreven worden dat je ze ‘vanzelf’ goed uitspreekt. Test is zo'n woord, en ook het daarvan afgeleide werkwoord testen. De inburgering van dergelijke immigranten kan snel en pijnloos verlopen. Wie ervaart stoppen en starten, die ooit dezelfde weg zijn gegaan, vandaag nog als vreemde elementen?
| |
● Met duivels genoegen
Eén kleine irritatie blijft: het meervoud tests. Dat strookt niet met nesten, resten, vesten. Menigeen gebruikt dan ook liever het alternatief testen. Hoe dit ook zij, je kunt tests lezen zonder Engels te kennen, dus ik maak geen bezwaar. Edoch, een zelfde soort onbehagen bevangt me bij het zien van woorden als surfen en golfen. Op een of andere manier lijken ook die uit de pas te lopen.
Maar alweer, iedereen kan ze correct uitspreken, dus zand erover. Toch blijkt uit deze voorbeelden dat het niet alleen om uitspraakproblemen gaat. Er moet, wil ik me behaaglijk voelen, nog aan een tweede voorwaarde voldaan zijn: een vertrouwd spellingbeeld. Inderdaad, ik vind fit en columnist best, maar raak een beetje verstoord bij de aanblik van fitness en column. En puzzel mag dan vernederlandst zijn, zo'n z aan het eind van een lettergreep maakt een ongeschoren indruk.
Natuurlijk berust die houding op niet veel meer dan niets. Mijn leven lang heb ik etui en atelier geschreven zonder enige weerzin te bespeuren, en op een goeie dag zal het met leasen en computers wel net zo gaan. We hebben al die nieuwe woorden nu eenmaal nodig, van vertalen komt zelden iets, van rieseikelen, inkraut of eets evenmin. Ik weet dat allemaal best, maar de onlust wordt er niet minder om. Vandaar dat duivelse genoegen wanneer de zaak af en toe eens vastloopt. Iemand leest beamen en vraagt zich af of ‘beamen’ dan wel ‘bie:men’ is bedoeld. Leuk. Een ander dicteert in teamverband en krijgt ‘intiem verband’ terug. Prachtig. Ik vind in het woordenboek vlak onder elkaar relaxed en gerelaxt en ga dan ‘gerelaxed’ schrijven. Lekker hun schuld.
| |
● Sneer naar van dale
Ik glimlach wanneer ik in de 12de Van Dale (VD12) lees dat een strippenkaart verdeeld is in strips.
Opschrikken doe ik pas wanneer ik de informatie bij story vergelijk met die bij short story. VD12 maakt een onderscheid tussen bastaardwoorden, dat wil zeggen woorden die in spelling aangepast zijn aan het Nederlands, en vreemde woorden, waarbij dat niet het geval is (blz. XLVIII). Story en short story zijn beide bij de tweede categorie ingedeeld; zij worden dus geacht zich in dezelfde inburgeringsfase te bevinden. Niettemin worden hun meervouden volgens twee verschillende patronen gevormd: story's tegenover short stories. Sommige vreemde woorden zijn blijkbaar vreemder dan andere.
Oei, dat leek wel een sneer. Met dat laatste woord is ook iets aan de hand. Het Groene Boekje heeft indertijd bepaald dat het meervoud sneeren of sneers is en de Grote Van Dale heeft zich tot nu toe altijd daaraan gehouden. VD12 echter negeert die officiële meervoudsvormen en vervangt ze zonder enig commentaar door sneren. Anderzijds wordt verondersteld dat we sneer op z'n Engels blijven uitspreken; dat blijkt uit de nu toegevoegde spelvariant snier. Maar hoe moeten we dat sneren dan uitspreken? Gelukkig wordt er in de Inleiding iets gezegd over hulp bij woorden waarvan de uitspraak moeilijkheden kan opleveren. Wel, hier is zo'n geval, en uw nederige lezer, meneer Van Dale, wacht op antwoord.
| |
● Wetboek in gebruik
Dat lijkt een hoop drukte om een bagatel, maar het gaat hier om de functie die Van Dale - ongewild - in ons taalleven is gaan uitoefenen: de functie van wetboek, zoals het in de Inleiding wordt genoemd (blz. XIII). We lezen daar verder dat dit gezag niets anders is dan de ‘verantwoorde overeenstemming met het gevestigde gebruik’ en dat ‘verantwoord’ in dit verband wil zeggen dat de talrijke foutieve spellingen, vervoegingen en constructies die men in kranten en dergelijke aantreft, niet erkend worden. Dit beginsel is van bijzonder belang voor het soort woorden waar we ons hier mee bezighouden, want in menig geval ligt hun spelling nog niet helemaal vast. De een schrijft gedopet, de ander gedoopt. Geen wonder dat de diverse naslagwerken, die toch allemaal over hetzelfde waarnemingsveld rapporteren, wel eens onderlinge verschilletjes vertonen. In zo'n situatie krijgt het standaardiserende effect van Van Dale bijzonder gewicht. Dit woordenboek zou het gemene taalvolk een grote dienst bewijzen indien het in dergelijke twijfelgevallen de voorkeur gaf aan het spellingpatroon dat bij andere woorden van dezelfde gedaante al in zwang is. Aan het gevestigde gebruik dus.
| |
● Enkel of dubbel
Vorige maand werden reeds enkele woorden in VD12 als afwijkingen van bestaande patronen aangemerkt, zoals cancellen met twee l's,
| |
| |
shimmiën in plaats van ‘shimmyen’, rugbiede naast rugbyde. Van dergelijke bobbels zou een deel best platgestreken kunnen worden zonder enige traditie te verstoren. Er zijn ook kwesties van wijdere strekking, zoals de verwarring rondom werkwoorden die zijn afgeleid van een Engels woord dat op een dubbele medeklinker eindigt. Grill is zo'n woord. Wij hebben daar grillen van gemaakt, maar is het nu gegrild of gegrilld? Dat ligt er maar aan in welk naslagwerk je kijkt. Er zijn hier kennelijk twee partijen, en VD12 kiest voor beide. Gegrilld moet met twee l's, maar gedrild en geyeld met één, naast gecrosst vinden we geflost, tegenover gebaseballd staan gevolleybald, gebasketbald en gesoftbald. En dit alles geldt natuurlijk niet alleen voor het voltooid deelwoord, maar ook voor de vervoegde vormen: ik baseballde, jij tosst, hij passt, wij stressten, misschien ook zij putt. Waarom niet de zaak rechtgetrokken en in al zulke gevallen een enkele medeklinker geschreven, nu het nog kan? Het zou mij natuurlijker aandoen, en met dat gevoel ben ik in goed gezelschap (zie ANS, blz. 425, punt 3).
| |
● Gereleast updaten
Genoeg gehakt op VD12. Het is een prachtig boek en ik zou geen dag meer zonder kunnen. Bovendien roeit het op diverse plaatsen wel degelijk tegen de stroom op wanneer taalgebruikers zich al te losbandig gedragen. Zo wordt bijvoorbeeld geen enkele concessie gedaan aan de niet-aaneenschrijfmode die door het land waart. Ook negeert VD12 de meervoudsvorm babies, die toch duidelijk in opkomst is. Mooi pionierswerk zien we verder bij leasen, een geval waarover in Onze Taal al herhaaldelijk is gedebatteerd. Het probleem is dat de -s- van dit woord in het Neder-Engels (niet in Engeland of Amerika) als [z] wordt uitgesproken. Aangezien 't kofschip, zoals vorige maand uiteengezet, niet op het gezicht maar op het gehoor koerst, is er dus veel voor te zeggen om leasen te vervoegen volgens het model van bijvoorbeeld ‘niezen’. Dus: leasde, geleasd. Niettemin was het in alle naslagwerken tot nu toe: leaste, geleast. In enkele daarvan vindt men evenwel ook gereleased, met een -d dus, met -ed zelfs. Hier dreigt een mini-chaos. Er zijn namelijk nog andere werkwoorden met een -s- die (zelfs in de thuislanden!) als [z] wordt uitgesproken, en er komen er waarschijnlijk nog meer. Sommige naslagwerken brengen al basen → basede, gebased. Bij het nu nog als niet-vervoegbaar beschouwde freebasen wordt straks natuurlijk dit model gevolgd. En wanneer stripteasen een Nederlands woord mocht worden, verschijnt het probleem in zijn volle naaktheid op het toneel. Hoe dit ook zij, VD12 heeft de knoop doorgehakt en brengt als eerste leasde, geleasd. Bravo, VD12! Nu nog even releaste, gereleast upgedeed en er heerst weer orde in het land.
| |
● Liever regelmatigheid
Samenvattend: de stortvloed van onnederlandse spellingbeelden bezorgt me een gevoel van onbehagen, maar ik besef dat we ons bij dit verschijnsel moeten neerleggen. We kunnen echter ons best doen spelling en buiging van nieuwe woorden zo veel mogelijk bij het gevestigde gebruik te doen aansluiten. Toegegeven, taal is een grillig goedje, en wanneer een afwijking van het bestaande patroon vaste voet blijkt te hebben gekregen, zal zij ‘erkend’ moeten worden. Daar waar het gebruik echter nog niet vastligt (hetgeen bijvoorbeeld kan blijken uit verschillen tussen de diverse naslagwerken), is er goede reden om de regelmatige vorm de voorkeur te geven. Hoe minder uitzonderingen hoe liever. Taal is zo al moeilijk genoeg.
De problemen rondom de Engelse taalinvasie hebben niet alleen betrekking op spelling en buiging. In het Engels kun je nu eenmaal anders met de rededelen rommelen dan bij ons, en als we dat proberen na te doen, krijgen we bouwsels als vrouwonvriendelijk, HIV-geïnfecteerd en vuurwapengevaarlijk. En bijna-ongelukken natuurlijk. In het begin krijg je daar telkens een schokje van, maar de taal holt door en ten slotte blijken die nieuwe vrijheden wel handig. Niet pruttelen dus. Ook niet over nieuwe betekenisnuances (controle, dramatisch, lekken) en al dat Engelse idioom. Die golf van uitgestoken nekken, gestolen shows, vermoorde karakters en wat iedereen nog meer tegen elkaar zegt. Het is mij allemaal best; ik heb mijn huiswerk gedaan.
Aan het Engels ontleende werkwoorden - enkele verschillen tussen naslagwerken
|
variant A |
variant B |
Van Dale 12 (1992) |
Van Dale NN (1991) |
Van Dale NN handw. (1988) |
Van Dale basisw. (1987) |
Grote Koenen (1986) |
Koenen handw. (1992) |
|
barbecuen |
barbecueën |
A |
A |
A |
A |
B |
B |
cancelen |
cancellen |
B |
A |
A |
B |
- |
- |
quizen |
quizzen |
A |
- |
- |
- |
A+B |
- |
mixte |
mixde |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
surfte |
surfde |
A |
A |
B |
A |
A |
A |
gedoopt |
gedopet |
B |
A |
A |
- |
A |
A |
gechookt |
gechoket |
B |
A |
A |
A |
A |
A |
geleast |
geleasd |
B |
A |
A |
A |
A |
A |
gereleast |
gereleased |
A |
B |
- |
- |
- |
- |
gecrost |
gecrosst |
B |
B |
B |
A |
B |
B |
getost |
getosst |
B |
A |
A |
A |
A |
A |
geyelled |
geyelld |
-yeld |
- |
- |
- |
A |
A |
gegrild |
gegrilld |
B |
A |
A |
B |
B |
B |
gelobbyd |
gelobbied |
A |
A |
A |
A |
B |
A |
* In deze gevallen is het - door het ontbreken van de betekenistoelichting - niet duidelijk of het bastaardwoord is opgenomen. |
Aan het Engels ontleende werkwoorden - enkele verschillen tussen naslagwerken
|
variant A |
variant B |
Spel.gids Wolters (1989) |
Verschueren (1991) |
Kramers (1991) |
Prisma Nederlands (1989) |
Prisma Spelling (1989) |
Herziene Wrdlijst (1990) |
|
barbecuen |
barbecueën |
B |
A |
A |
A |
A |
A |
cancelen |
cancellen |
- |
A |
A |
A |
B |
- |
quizen |
quizzen |
B |
- |
- |
- |
- |
- |
mixte |
mixde |
A |
A |
A |
A |
B |
A |
surfte |
surfde |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
gedoopt |
gedopet |
- |
A |
- |
A |
* |
* |
gechookt |
gechoket |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
geleast |
geleasd |
A |
A |
-sed |
B |
A |
A |
gereleast |
gereleased |
- |
A |
- |
- |
B |
- |
gecrost |
gecrosst |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
getost |
getosst |
B |
B |
A |
A |
A |
A |
geyelled |
geyelld |
B |
B |
- |
- |
- |
- |
gegrild |
gegrilld |
B |
B |
A |
- |
* |
* |
gelobbyd |
gelobbied |
A |
A+B |
A |
A |
A |
A |
* In deze gevallen is het - door het ontbreken van de betekenistoelichting - niet duidelijk of het bastaardwoord is opgenomen. |
|
|