Onze Taal. Jaargang 62
(1993)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |||||
■ Meervoud van afkortingen
| |||||
● Meervoudsvorming
| |||||
■ Houdoe(you do)
| |||||
■ Dubbelzinnige cirkelredenering
|
- | met een bekende lepel de aard van het papier wordt bepaald; |
- | met het daardoor bekend geraakte papier de aard van een andere, onbekende lepel wordt aangetoond. |
Conclusie: de twee zinnen van Van het Reve, aansluitend gelezen, geven een correcte beschrijving. Gelet op het dubbelzinnige karakter van het voorbeeld, zijn de zinnen niet geschikt om er een drogreden of cirkelredenering mee aan te tonen.
● Oppassen in Bulgarije
Leon van den Berg - PR-adviseur, Zoetermeer
Mr. J. Revis geeft in Onze Taal van november 1992 met ‘passop avec moi’ een aardige anekdote over het voorkomen van Nederlands in andere talen. Het Nederlands heeft woorden achtergelaten in allerlei talen. Soms word je in het buitenland aangenaam
verrast. Jaren geleden was ik in Bulgarije. In een onooglijk dorpje werd ik bijna onder de voet gelopen door een klein meisje. Het kwam niet tot een botsing, want zij riep met veel overtuiging ‘oppassen!’ De klemtoon lag daarbij op -sen. Volgens een bevriende Bulgaar bleek het hier inderdaad om een Nederlands woord te gaan. Hij meende dat het een restant was uit de tijd toen de Nederlanders voor hun zeilschepen goede masten nodig hadden. De daarvoor benodigde bomen werden op de Balkan gekapt. Eerlijk gezegd weet ik niet of deze verklaring historisch juist is, maar het geeft wel een trots gevoel over onze taal.
■ Duidelijkheid als hoogste norm
H.W. Lichtendahl - Voorschoten
In Onze Taal 1992 nummer 10 (blz. 226) verklaart Paula van der Kolk de normen volgens welke ‘gewone taalgebruikers’ hun eigen en andermans taal beoordelen. Haar conclusie is dat de esthetische norm voor de leek de belangrijkste is. Ook zonder informanten te hebben geraadpleegd ben ik ervan overtuigd dat de ‘gewone taalgebruikers’ een autoriteitsnorm, esthetische norm, zuiverheidsnorm, effectnorm, efficiëntienorm, fatsoensnorm, conventienorm en historische norm niet verwerpen, maar dat zij veelal van oordeel zijn dat de duidelijkheidsnorm de hoogste prioriteit moet hebben.
‘Ik wort ziek’ (citaat uit het artikel van Van der Kolk) is klare taal. De zin voldoet aan de (= mijn) duidelijkheidsnorm, ook al is hij niet correct gespeld.
Wellicht is de duidelijkheidsnorm begrepen in de in het artikel genoemde effectnorm. Vooral sportpresentatoren zouden de duidelijkheidsnorm bewuster moeten hanteren. Nu althans klinken hun mededelingen gehaast en raken zij aan het einde van een zin vaak in ademnood, wat in een soort gefluister uitmondt, terwijl de luisteraar juist het laatste woord goed had willen verstaan; het is immers veelal het voornaamste woord (werkwoord) van de zin.
■ Edinburg(h)
Dr. C.A. Zaalberg - Leiden
Op 13 december 1992 staken Van Kooten & De Bie de draak met onze minister-president, omdat hij de hoofdstad van Schotland bij haar traditionele Nederlandse naam had genoemd, in plaats van de uitspraak van Engelsen of Schotten gebrekkig na te apen, zoals anderen doen.
Minister Lubbers gaf juist het goede voorbeeld. Laten de nieuwsberichtgevers het zijne volgen, en Rijsel niet langer de glibberige naam Lille geven. Gulik niet langer door Jülich vervangen! Voor de Poolse namen van Breslau en Danzig moeten we onze spraakorganen gymnastiekles laten nemen. Als er ooit weer onderwijs in de vaderlandse geschiedenis zal worden gegeven, zullen de kinderen dan spreken van de Unie van Arras?