Taalcuriosa
Overtreffen
Jules Welling - Best
In twee voorgaande afleveringen van deze rubriek passeerde het ‘meestvoud’ de revue: een curieus verschijnsel waarbij een fors deel van de hersencellen even uitgeschakeld diende te worden omdat de betekenis van de woorden er niet toe deed. Alleen de theoretisch mogelijke meervoudsvorming was van belang.
Iets dergelijks blijkt ook mogelijk bij het fenomeen der vergelijkingen: de stellende, de vergrotende en de overtreffende trap, zoals we op school geleerd hebben. Een standaardvoorbeeld: sterk-sterker(+er)-sterkst(+st). Rob van den Berg uit Nijmegen wees me op het feit dat dergelijke trappen ook mogelijk zijn met woorden die qua betekenis niet met elkaar in verband staan. Hij introduceerde daar de term ‘de overtreffer’ voor en die neem ik hierbij graag over.
Het principe is simpel: een stellend woord, dat niet per se een bijvoeglijk naamwoord behoeft te zijn, de vergrotende trap volgens het gegeven ‘stam + er’ en de overtreffende trap ‘stam + st’. De betekenis speelt geen enkele rol, als de verschillende trappen maar bestaande Nederlandse woorden vormen. Van den Berg kwam met prachtige voorbeelden, zoals ‘me-meermest’, ‘te-teer-test’, ‘mi-mier-mist’ en ‘ho-hoer-host’.
Hij vergat te melden dat het om een internationaal curiosum gaat. De truc gaat ook op in bijvoorbeeld het Engels: ‘be-beer-best’. Hetzelfde geldt voor het Duits, en misschien nog wel voor meer talen.
Dit moois haalt het echter niet bij het verpletterende antwoord dat ik ooit kreeg op mijn vraag aan een tienjarig meisje hoeveel ze nu eigenlijk van haar hond hield. ‘Meer dan zoveel mogelijk’, zei ze simpel. Daarmee was de ‘overtrefferst’ wat mij betreft geboren.