Seksualiteit
Deze laatste categorie woorden is het onderwerp van Plastictaal, een essay van Uwe Pörksen. De auteur, romancier en hoogleraar mediaevistiek te Freiburg, beschouwt deze woorden als een regelrecht gevaar voor de maatschappij. Terecht? Pörksen neemt er 130 bepaald niet lichtverteerbare bladzijden de ruimte voor om het allemaal uit te leggen.
Het zijn er maar weinig, niet meer dan dertig à veertig, de woorden die volgens hem het kleine internationale vocabulaire van de vooruitgang vormen: communicatie, factor, functie, informatie, seksualiteit...
Seksualiteit? Ja, ook seksualiteit.
Dit woord, afkomstig uit de seksuologie en de psychoanalyse, heeft in de loop der tijden een zeer ruime betekenis gekregen: het kan veel meer aanduiden dan ‘genitale lustbeleving’.
Het woord is bovendien onpersoonlijk. De zin ‘Hij heeft problemen met zijn seksualiteit’, heeft een betekenis die tweehonderd jaar geleden niet bestond.
Seksualiteit is hier iets wat losstaat van de spreker, iets wat je van een afstandje kunt bekijken, als een studieobject.
Die vervreemding van het privéleven, aldus Pörksen, wordt door deze woorden in de hand gewerkt. De onpersoonlijke, algemene manier van uitdrukken die op zijn plaats is binnen de wetenschap, dringt het persoonlijke, unieke leven binnen. Seksualiteit verdringt oudere, minder gevoelsarme synoniemen, zoals liefde, genegenheid, geilheid, lust, tederheid en hartstocht. Het ‘maakt bestaande woorden ouderwets’.