Onze groeiende woordenschat
H. Heestermans
Er zijn steeds meer zogenaamde dinkies. Dink is zoals bekend de afkorting van ‘double income no kids’. Tweeverdieners zonder kinderen. Ze werken keihard van maandag tot en met vrijdag, zitten onder stress en kennen voortdurende prestatiedruk. Vrijdagavond is de accu leeg en in het weekend moet de batterij weer worden opgeladen. De dinkies kiezen dan niet voor een actief weekend, maar voor luieren en nietsdoen. Ze sluiten zich af van de buitenwereld en komen zondags het huis niet uit. Cocooning heet dat op z'n Engels: je nestelen als in een kokon. Ontbijt op bed, gordijnen dicht en een video bekijken, 's avonds chic dineren thuis met champagne. Pas 's maandags komen ze weer uit de kokon. De rups is weer vlinder geworden.
Cocooning is tekenend voor deze tijd. Het gaat de mensheid niet meer om solidariteit zoals twintig jaar geleden. Het gaat om onszelf, om het geld en het genot.
De onderwijsministers van de laatste 25 jaar hebben nogal wat maatregelen genomen waar niet iedereen gelukkig mee was en is. Een van de laatste beslissingen is deze: een student die na een HBO-opleiding nog een universitaire opleiding wil volgen, krijgt daarvoor maar een paar jaar de tijd. In totaal mag hij bijvoorbeeld over zijn HBO en universiteit 6 jaar doen. Dus 4 jaar HBO? Dan nog maar twee jaar universiteit. Die studenten die doorstromen van HBO naar universiteit worden stapelaars genoemd. De huidige minister van Onderwijs Ritzen heeft onlangs aangekondigd dat hij het stapelen van meerdere opleidingen in het hoger onderwijs wil ontmoedigen omdat het een inefficiënte leerweg is. Dat is zeer jammer. Vroeger had je nog wel eens een hoogleraar die de carrière had gemaakt van onderwijzer via leraar naar het professoraat. Vaak waren dat de beste docenten. Zou dat in de toekomst onmogelijk zijn?
Drie maanden geleden dacht ik dat de woorden eetlezen en eetlezer, ooit door Remco Campert bedacht, het niet zouden halen. Nu ben ik daar niet meer zo zeker van. Kees Fens schreef onlangs over een evenknie van de eetlezer: de looplezer. Waarom altijd dat dorre lezen thuis, in een stoel, aan tafel, onder een lamp? Waarom niet gewoon lezen onder het lopen? Fens schrijft: ‘Ik was in de stad waar duizenden mensen op straat lopen te lezen. In boeken of boekjes waarin staat waar ze staan. Soms kijken ze op, zien een gevel en knikken: boek en werkelijkheid kloppen. En andere voetgangers wijken voor hen uit. In een hele week heb ik geen lezer tegen een medemens zien botsen.’
Het politbureau kennen we al geruime tijd. Het is het dagelijks bestuur van de communistische partij in de Sovjet-Unie (en andere communistische staten) dat de regeringspolitiek bepaalt. Naast politbureau is onlangs de term politchinees gelanceerd door de journalist Martin van Amerongen. Van Amerongen schrijft over Franz-Jozef Strauss, de Duitse politicus die het volgens Simon Wiesental nooit ver zou brengen omdat zijn tong te ongebreideld was. Tegenstanders noemde Strauss ‘asocialen’, ‘bandieten’, ‘canaille’, ‘dwergen in zakformaat’, ‘strontsmeerders’ en ‘welvaartherrieschoppers’. Niets is afstotender, zegt Van Amerongen, dan het gebruikelijke politchinees, maar een beetje zelfbeheersing is wel geboden. Politchinees is dus het bloedeloze officiële politieke jargon waar kraak nog smaak aan zit.
Het exacte tegendeel van de ‘canaille’ en ‘asocialen’ van Franz-Jozef Strauss.
Erg inventief is de politiek niet in het woordgebruik. De laatste twee nieuwe woorden komen uit de koker van minister Maij van Verkeer en Waterstaat. Of althans uit het kokertje van een van haar ambtenaren. Net als in België komen er langs de Nederlandse snelwegen borden die op een beeldende manier aangeven dat hardrijders doodrijders kunnen zijn.
Zo'n bord wordt heel lief en braaf een mottobord genoemd.
De Algemene Verkeersdienst (de AVD) begint binnenkort met een nieuw offensief tegen automobilisten die de snelheidslimiet op de autowegen aan hun laars lappen. Er zal een snelheidscontrole nieuwe stijl komen, de zogenoemde lintcontrole. Daarbij wordt niet zoals gebruikelijk één radar-auto ingezet, maar een aanzienlijk aantal radarposten. Met een lint van radar-apparaten wordt een bepaalde weg van het begin tot het einde onder de loep genomen.
Cocooning, stapelaars, looplezer, politchinees, mottobord en lintcontrole. De taal is er weer zes nieuwe woorden rijker mee. Of armer.