Een beproefde traditie
H.A. van Wijnen - chef redactie Opinie, NRC Handelsblad
Heeft een krant het recht op een zodanige manier veranderingen in een brief aan te brengen dat er iets anders zou komen te staan dan in de oorspronkelijke tekst stond? Anders gesteld: mag een kranteredactie ingezonden stukken redigeren/bewerken?
Wij beantwoorden die vraag positief als het erom gaat brieven stilistisch te verbeteren. In drie van de vier brieven zijn stilistische ingrepen (soms cosmetisch, soms substantieel) noodzakelijk in het geval de inhoud en de stijl elkaar niet dekken. Wij zouden daartoe niet overgaan als wij niet zouden worden geleid door de behoefte zo'n brief te redden. Wij steunen daarbij op een oude, beproefde journalistieke traditie. Over heel de wereld volgen kranten en weekbladen deze lijn.
Met alle auteurs van artikelen (niet: van ingezonden brieven, bestemd voor de brievenrubriek) voeren wij overleg over door ons noodzakelijk geachte veranderingen, voor zover wij die auteurs zelf hebben uitgenodigd. Met auteurs die uit eigen beweging hebben geschreven, doen wij dat soms, maar niet altijd. Tegenover de eerste categorie (die de grootste groep van de auteurs op de opiniepagina omvat) tonen wij wat meer egards dan tegenover de tweede. De ene groep schrijft desgevraagd, de andere op eigen risico. Ook daarin voorzien de waarschuwingen in onze regelmatig op de opiniepagina afgedrukte algemene voorwaarden.
Wij behandelen de brieven in de hiervoor bedoelde zin niet alleen met meer consideratie dan de meeste buitenlandse kranten van naam, maar ook zachtzinniger. The National Geographie, The Economist, The International Herald Tribune, The Guardian en The New York Times drukken in het algemeen de essentie van brieven af, de Amerikaanse weekbladen Time en Newsweek en Le Nouvel Observateur niet meer dan twee tot drie alinea's. In die weekbladen maakt men een eenheidsworst van de brieven. Wij laten daarentegen zoveel mogelijk van de brieven intact.