Onze Taal. Jaargang 59
(1990)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 220]
| |
PCUdB■ Het bloed kruipt, gelijk u allen bekend is, daar waar het niet gaan kan. ■ Dat lijkt de enige verklaring voor het feit dat onlangs de als kwaliteitskrant geroemde NRC vertelde dat ergens een afdeling met personeel bemensd werd. ■ Een beetje kofschipvaarder weet natuurlijk dat het volledige werkwoord bemensen, bemenste, heeft bemenst zou zijn als het in het woordenboek stond; een beetje woordenboeksnuffelaar vindt het trouwens ook, onder andere in de niet voor niets Hedendaagse geheten Van Dale. ■ Rijst dus de vraag of men ten burele van de kwaliteitskrant een mogelijk zinkend kofschip heeft verlaten, dan wel of het onderliggende deelwoord bemand met een -d de scribent parten speelde. ■ Iets heel anders, of misschien ook weer niet héél anders. ■ Sommige op muren gekalkte opschriften geven uiting aan een diepe, maar overigens onbegrijpelijke verontwaardiging. ■ Nu heb ik niet het opschrift WEG MET DE HETERO-TERREUR op het oog: een aanbeveling die gedurende enige jaren bij mij in de buurt in vlammend witte letters op een blinde muur te lezen stond. ■ Weliswaar moge het de modale hetero niet duidelijk zijn in welk opzicht hij of zij terreur pleegt, maar het zal iedereen duidelijk zijn dat het met dat aanstootgevend gedrag afgelopen moet zijn. ■ Ik bedoel maar, met zo'n strijdkreet kan ik zeer wel vrede hebben. ■ Op een gegeven ogenblik is de kreet van de muur geveegd: misschien omdat hij door afnemende terreur overbodig was geworden, of omdat hij juist onder toenemende terreur onder hetero-terpentijn bezweken is. ■ Maar wat is daar nu voor in de plaats gekomen? INCESTDADERS ZIJN GEEN VADERS. Alsjeblieft. ■ Ik neem aan dat de creatieve kalk(st)er(s) niet wil(len) betogen dat incest ook door broers, ooms en overgrootmoeders gepleegd kan worden. Maar wat willen ze dan wél zeggen? Dat plegers van incest na de echtscheiding geen alimentatie voor hun slachtoffers hoeven te betalen? Dat zou inderdaad een verrassend gezichtspunt zijn. ■ Maar goed, in dit geval is het nog duidelijk naar welke wantoestand deze tekst verwijst. ■ Wat echter te denken van de leus die ik regelmatig aantref aan de voorkant van een tunneltje dat ik al fietsend passeer? ■ HOUDEN VAN ≠ ONDERHOUDEN, omgeven door vrouwentekentjes. Wie maakt nu precies bezwaar, en waartegen? Menige ochtend heb ik op mijn werk niet goed aan de slag kunnen komen, geprangd als ik werd door deze vraag. Ik vermoed dat ik persoonlijk voor de weergevers/geefsters van deze murale visie helemaal fout zit, maar ik kan me, gelijk Joseph K. in het werk van Kafka, niet verdedigen, simpelweg omdat ik de aanklacht niet begrijp. ■ In het begin van dit schrijven had ik het over redacteuren die een eventueel zinkend kofschip verlieten. Een wat vergezochte en niet erg mooie beeldspraak, vind ik achteraf. Maar wat te denken van de metaforen van Hedy d'Ancona, die als volgt de overstap van de NOS-voorzitter naar Veronica becommentarieert: ‘Het is jammer als zo'n baken in zee het schip verlaat, terwijl de baren zo woelig zijn.’ ■ Aldus geciteerd in de Haagsche Courant van 7 september jongstleden, en uitgeknipt door de heer Schröeder uit Den Haag. ■ Het spijt het genootschap ten zeerste dat mr. J. Bleekers' omstandigheden het hem verhinderen het abonnement op dit blad voort te zetten, en het is navenant verheugend te constateren dat verminderde opmerkingsgave niet tot die omstandigheden behoort. Immers, hij stuurt een kopie van een artikel waarin de zin staat Vroeger was dit een koorballentent met Hans Wiegel achter de bar. En ik altijd maar denken dat Wiegel typisch een corpsknaap is. ■ Lien de Graaf, oudmedewerkster WNT, wraakt de zin op pagina 161 van dit blad: uw tafeldame is kwijt. Dit zou volgens haar kindertaal zijn. Het spijt me, ook hier geeft de onvolprezen Hedendaagse mij gelijk: (het is) kwijt, in de betekenis van weg, zoek wordt er onder 3.4 van het lemma kwijt vermeld. En van het naar uw tafeldame il n'y a qu'un (faux) pas, zoals de zuiderling zegt. |
|