Alles mag, niets hoeft
De vier automatische correctoren, in het Engels meestal ‘grammar checkers’ genoemd, heten Grammatik IV, Correct Grammar, RightWriter en StyleWriter. De programma's geven in de tekst aan op welke plaats(en) de scribent een fout maakt of zou kunnen maken. Dat gaat zo: het woord of de woordgroep waarbij een probleem wordt gesignaleerd, licht op in de tekst. Tegelijk lees je in een ‘venster’, elders op het beeldscherm, waarin dat probleem bestaat en wat je eraan kunt doen.
Een voorbeeld: de zinsnede ‘each tables’ licht op en het commentaar luidt:
Check: each tables
Advice: Usually each is used with a singular noun.
Daarna kan de gebruiker zelf besluiten of hij de tekst wil wijzigen. Het programma geeft dus in feite alleen adviezen. Alles mag, niets hoeft.
Het meest opvallende aan deze ‘grammar checkers’ is dat ze hun naam weinig eer aandoen: ze bevatten weinig echte grammatica. De beste prestaties in deze categorie levert dan nog Grammatik IV, dat elf soorten grammaticale correcties aanbrengt. Het programma bewaakt bijvoorbeeld de congruentie van onderwerp en persoonsvorm (dat doen Correct Grammar en RightWriter trouwens ook) en signaleert dubbele ontkenningen. ‘Don't use no double negatives’, schertst het beeldscherm. Grammatik wijst je er ook op wanneer je een ‘split infinitive’ gebruikt.
Van een split infinitive wordt gesproken wanneer je tussen to en de infinitief een of meer woorden zet; bijvoorbeeld ‘Grammatik IV's goal is to boldly go where no writing analyzer has gone before.’ Verder val je bij Grammatik door de mand als je a American schrijft. Ook bestrijdt Grammatik de dubbele comparatief (more better in plaats van better).
Toch klinkt het allemaal mooier dan het soms is. Alle vier programma's hebben een belangrijke beperking: ze missen een ‘zinsontleder’, dat wil zeggen een computerprogramma dat automatisch zinnen kan ontleden. Ze kunnen alleen ‘kijken’ naar de volgorde van de woorden in een zin en ‘weten’ (vaak) wel tot welke woordklasse de verschillende woorden behoren, maar hebben geen ‘inzicht’ in de grammaticale bouw van de zin. In een simpele zin als ‘John strike the dog’ geeft Grammatik nog wel aan wat er loos is, want het ‘weet’ dat strike het enige werkwoord in de zin is en dat John, als direct voorafgaand woord, het onderwerp moet zijn van strike.
Maar in ingewikkelder zinnen gaat het mis. Zo heeft Correct Grammar niet in de gaten dat er een fout zit in ‘Will Tom works at night?’ Het programma kan nu eenmaal niet ‘weten’ dat in een vraagzin de persoonsvorm voorop kan staan, en dat er in dit geval geen congruentie bestaat tussen Tom en works maar tussen Tom en Will.