Inspiratie uit isolement
Lang niet alle schrijvers zijn enthousiaste briefschrijvers. Zo noemde Herman Heijermans, die toch een zeer produktief auteur was, zich ‘den hater van alle correspondentie’, en hij klaagde tegenover zijn correspondenten regelmatig over de moeite die het schrijven van een (meestal zeer kort) levensbericht hem kostte. Daartegenover staat Gerard Reve, voor wie het corresponderen een tweede natuur is en die zijn correspondenten voorhoudt niets per telefoon te doen ‘wat ook per brief kan’.
Bij elke nieuw verschijnende briefwisseling hopen we meegevoerd te worden naar een onbekende, intieme wereld. En inderdaad, waar zijn de Nederlandse liefdesbrieven of scheldbrieven; welke Nederlandse auteur heeft in een lange reeks brieven opgeschreven wat hij in dicht- of prozavorm niet kwijt kon?
Toch hebben we niet zoveel te klagen. Wat te denken van het vele duizenden brieven omvattende epistolaire oeuvre van Multatuli, waarin we de gangen van deze gepassioneerde en getergde wereldverbeteraar nauwkeurig kunnen volgen? Er zijn nog veel meer meeslepende briefschrijvers wier verzamelde correspondentie zich laat lezen als een roman: Gerrit van de Linde (alias ‘de Schoolmeester’) bijvoorbeeld, of de helaas nauwelijks aan het grote publiek bekende negentiendeeeuwse indoloog Herman Neubronner van der Tuuk; Van Gogh uiteraard, of Wim Walraven, Etty Hillesum en Jan Hanlo. Wat bij hen opvalt, is dat ze in hun tijd nauwelijks in het middelpunt van het culturele leven stonden, maar daarentegen meestentijds een teruggetrokken bestaan leidden. Epistolair talent lijkt dan ook gebaat bij een zeker isolement. Een persoonlijke brief posten en vervolgens op weg naar huis de geadresseerde bij de groenteboer tegen het lijf lopen, is doorgaans funest voor de continuïteit in een correspondentie.
Misschien laat epistolair talent zich het best omschrijven als het vermogen om met een zekere regelmaat in het korte bestek van een brief, aan de hand van gebeurtenissen, sentimenten en opinies een zelfportret te schetsen. Naarmate de afstand, in geografische zin maar ook qua leefwereld, groter wordt, bestaat er eerder aanleiding in geuren en kleuren verslag te doen dan wanneer je voortdurend elkaars pad kruist, of met elkaar telefoneert.