Onze groeiende woordenschat
H. Heestermans
In mijn jeugd had je nog geen rijdende patatkramen; er waren alleen winkels waar je patat kon kopen. Ik heb nooit geweten hoe zo'n rijdende snackbar heette, maar onlangs zag ik dat zo'n ding een restocar werd genoemd. Gelukkig nog geen frietette of patatotheek, want dat is nog erger.
De mensheid is kennelijk steeds meer gesteld op haar gemak, want je ziet overal van die vehikels die ons op een of andere manier behulpzaam zijn. De chemocar bijvoorbeeld. Dat is een bus die op bepaalde plaatsen rondrijdt en waarbij je terecht kunt met je chemisch afval. Het woord chemocar is niet nieuw, het bestaat alweer een tijdje.
Gloednieuw is wel het volgende. In Haarlem zou men nog voor de zomer starten met de crimobiel, een bus of caravan die door de stad trekt en waarin Haarlemmers hun klachten over onveiligheid en criminaliteit kwijt kunnen. Op het spreekuur in de crimobiel worden ze ook geïnformeerd over de wijze waarop kan worden bijgedragen aan vermindering van de criminaliteit. Er is nog een andere mobiel, de mammobiel, een rijdend onderzoekscentrum waar vrouwen een onderzoek naar borstkanker kunnen laten doen.
Met de term ongewenste intimiteiten kunnen juristen schijnbaar niets aanvangen. Het blijkt moeilijk te zijn om te bewijzen dat bepaalde handelingen ‘ongewenst’ zijn of dat het ‘intimiteiten’ zijn. In plaats van ongewenste intimiteiten kan men volgens die juristen beter spreken over seksuele intimidatie. In mei lanceerde Iteke Weeda een boek over de gewenste intimiteiten. Uit haar onderzoek bleek dat deze gewenste intimiteiten op het werk de werkvreugde en de werkmotivatie bevorderen.
Nu er in veel gebouwen niet meer gerookt mag worden, moeten de rokers hun toevlucht nemen tot het toilet of de buitenlucht. Op een platform aan de buitenzijde van het letterengebouw van de Amsterdamse universiteit zie je de rokers dicht bijeen staan. De plaats waar zij hun zonde bedrijven, wordt rookstoep genoemd, en de rokers heten geen rokers meer maar rookstoepers.
Iedereen die kookt, weet wat roerbakken is. Onder voortdurend omscheppen worden op hoog vuur dunne reepjes vlees voor de Chinese maaltijd gaar gemaakt of wordt een ei omgetoverd tot roerei. Er is voorgesteld om een met roerbakken vergelijkbare handeling, maar dan met gehaktballen, rolbakken te noemen. Griesmeelpap zou je dan moeten roerkoken en wentelteefjes wentelbak je.
De wonderlijkste krantekop kwam ik tegen op 28 maart: ‘Apotheker krijgt geen vergunning voor rugzak.’ Verderop in het artikel wordt een apotheker een rugzakker genoemd. Dat lijkt een scheldwoord, maar dat is het niet. Een rugzakker is een apotheker die zelf een groothandelsafdeling opzet om de groothandelsmarge van 20% te incasseren. Maar, de wet op de geneesmiddelenvoorziening stelt dat een groothandelaar ‘niet over de toonbank mag verkopen, noch open winkel houden’! En daarvoor hebben de apothekers de rugzakconstructie bedacht. Je stapt naar de Kamer van Koophandel, laat je inschrijven als B.V. en je maakt je vrouw (of je man) directeur. Vervolgens wordt de garage aangepast aan de eisen die de wet stelt voor een groothandelslokaliteit, en de zaak kan feestelijk worden geopend. Die garage is des apothekers rugzak.
We kennen al de technocraat, autocraat en de plutocraat. Er is een nieuwe -craat bijgekomen: de datacraat. Dat is degene die macht heeft doordat hij alles kan met de computer en met databestanden. De datacraten zijn de heersers van de toekomst.
Het bekoorlijkste nieuwe woord stond in het boekenweekgeschenk van F. Springer. In dat boekje, ‘Sterremeer’ geheten, staat op blz. 60: ‘Een paar zomers, tussen '56 en '61, speurde Robie te voet rond in de Oostberlijnse wijk waar haar protagonisten hadden gewoond, althans volgens overlevering, want zij zag daar niets anders dan gapende bouwputten, of waren het nog bomkraters, grauwe puinhopen die nog steeds niet waren weggedozerd.’
Wegdozeren, met de bulldozer opruimen. Ik ga het zeker gebruiken.