Oneerlijke concurrentie
W. Sterenborg
Iedereen die schrijft, ontmoet weleens twijfelgevallen met betrekking tot de eenwoordigheid, zoals in: Hij was daar terecht gekomen/terechtgekomen. De rechtbank zal iemand soepeler bejegenen die bekent ‘het slachtoffer dood geslagen te hebben’ dan degene die toegeeft ‘het slachtoffer doodgeslagen te hebben’.
We kennen allemaal het verschil tussen ten minste (op z'n minst) en tenminste (althans); tussen ten slotte (tot besluit) en tenslotte (welbeschouwd). Jarenlang is het Groene Boekje toonaangevend geweest op dit gebied. Nadien verschenen woordenboeken hebben zich in den regel geschikt naar wat dat boekje ons voorhield. Was er desniettemin aanleiding tot vorming van een nieuwe samenstelling, zoals weleens, dan vermeldde Van Dale netjes [niet in Wdl.], wat inhield dat men op eigen gezag en verantwoording zo'n woord lanceerde.
Wie bladert in de onlangs verschenen Herziene Woordenlijst, zal het niet ontgaan dat onze woordenschat verrijkt is met talloze nieuwe woorden, gevormd uit twee (of drie) bestaande, van het type danwel, alswel, geleidelijkaan, tezamen, tekortschieten. Een systematiek ontbreekt echter. Waarom bijvoorbeeld ondermeer en niet onderons, onderelkaar, onderandere; waarom wel langzaamaan en niet rustigaan, stilletjesaan en kalmaan; waarom tekortdoen en niet tekortkomen, tepaskomen, tegrondegaan, tehooplopen; waarom temidden en niet teland, tekoop; waarom temeer en niet teminder?
Het antwoord van de samenstellers van de Herziene zal luiden dat dergelijke woorden in het materiaal van de Taalbank ontbreken. De nieuwe, wel vermelde woorden komen daaruit. Is mijn veronderstelling juist, dan wordt die Taalbank gevoed door een apparaat dat teksten leest en daarin ‘nieuwe’ woorden signaleert. Hebben die een bepaalde frequentie, dan komen ze voor opname in aanmerking.
Deze methode valt te bestempelen als ‘oneerlijke concurrentie’. Immers, het leesapparaat dat ondermeer ontdekt, stoort zich niet aan bekende woorden als onder of meer, of de gescheiden opeenvolging ervan.
Met schrijvers van onder meer en langzaam aan, die zich houden aan het Groene Boekje, wordt geen rekening gehouden. Maatgevend zijn degenen die zich niet storen aan traditie of regel, en ‘creatief’ bezig zijn. Wat zouden we ervan zeggen als de toegelaten snelheid op autowegen werd vastgesteld aan de hand van de topprestaties die worden bereikt door degenen die zich niet storen aan de geldende voorschriften?