Dodelijke titels
Als de Zuilen Autochtonen, Natuur, Gewone Bebouwing en Cultuur (voor die laatste Zuil worden meestal wat oude kerken uit de encyclopedie gehaald) afdoende zijn behandeld, moet er nog een titel boven het verhaal komen. Sommige titels zijn echt taboe. Op de redactie van een tijdschrift waar ik werkte, deed het apocriefe verhaal de ronde dat een reisverhaal met als titel ‘X, land van tegenstellingen’ reden was voor ontslag op staande voet.
Alliteratie en assonantie zijn geliefde stijlmiddelen voor in de kop. De koude kusten van Kermon, of - god betere 't - Portugal, arm maar warm.
Ook de metafoor is populair. Wat dat betreft ontlopen het taalgebruik in koppen van reisverhalen en dat van toeristische folders elkaar nauwelijks. Jules Hellendoorn, die een doctoraalscriptie schreef over het taalgebruik in toeristische folders voor Zweden, introduceerde het begrip ‘paradijsmetafoor’. Bijvoorbeeld: Heerlijk Hertendalen, de sleutel tot Vorland. Gemeenten claimen in hun folders vaak het exclusieve recht op toegang tot een heerlijk oord. Ze zijn daarbij meestal niet bescheiden. Een vlek van een vierkante kilometer waant zich al snel de noodzakelijke entree tot het duizenden kilometers grote Lapland. Sleutel, poort, toegangspoort, dat soort veelgebruikte beeldspraken wordt dankbaar overgenomen in kop of lead van een toeristisch verhaal: Florence, de erepoort van Toscane.
Zo, het verhaal is af, de deadline is gehaald en de lezers kunnen in het weekend lekker ‘leunstoelreizen’.