Onderzoeken of jammeren
Ook het label ‘regionaal’ heeft nogal wat reacties opgeroepen, en ik moet er dadelijk aan toevoegen dat ik nog steeds geloof dat een dergelijke neutrale labeling juist is geweest. In de eerste plaats omdat een specificatie naar regio veelal niet precies te geven is: wat zou er bijvoorbeeld gezegd moeten worden van het regionaal weglaten van er in woordgroepen als een boek met een vlek op, koffie met suiker in? Waar komt dat precies voor? Wat betekent in zo'n geval een label als Zuidnederlands? Meestal betekent dat Noordbelgisch, maar soms ook (of alleen) ‘voorkomend in het Zuiden van Nederland’, dat wil zeggen Noord-Brabant. Maar soms hoort Limburg erbij, in andere gevallen weer niet. Daarom is ‘regionaal’ in onze ogen niet discriminerend; het betekent niet ‘dialectisch’, maar het wil alleen zeggen dat het niet algemeen voorkomt en geen standaardtaal is. Wie het wil, kan het gebruiken, maar hij moet weten dat het alleen in bepaalde streken voorkomt.
Dat laatste geldt mutatis mutandis voor alle labels, dus ook voor ‘spreektaal’ en ‘schrijftaal’, ‘archaïsch’ en ‘niet voor iedereen aanvaardbaar’. Tot op heden heb ik geen kritiek gehoord of gelezen op de eventuele onjuistheid van deze labels.
Ze zijn door de redactie uit eigen inzicht en ervaring gegeven; onderzoek naar dit soort kwalificaties is ons niet bekend. De enige bezwaren tegen normering in de ANS bewegen zich, zoals gezegd, tussen de polen ‘te veel’ of ‘te weinig tolerant’. Op ruim empirisch onderzoek berustende kritiek is nog niet geleverd. Zulk onderzoek is dringend gewenst, voordat men zich op een zinnige manier over taalnormen kan uitspreken. En dat laatste is iets anders dan het gejammer over vermeend ‘taalverval’, dat zich zou uiten in het niet uiteenhouden van als en dan of hen en hun.