Een ratjetoe ordenen
De stand der techniek liet in 1984 dus niet toe dat een computer mij dergelijke ‘bruto’-clusters aanleverde. Wel waren er twee andere mogelijkheden. De ene leek op het eerste gezicht bijzonder aantrekkelijk: je inventariseert de kandidaat-synoniemen en -hyponiemen op basis van Brouwers' Het juiste woord. Twee voordelen: je kunt het werk desgewenst gemakkelijk verdelen onder eventuele co-auteurs, en de planning van het werk wordt een stuk eenvoudiger. Gaan er bijvoorbeeld vijf auteurs aan het boek meewerken, dan verdeel je de bijna 1000 paragrafen van Brouwers gewoon in porties van 200, en niemand zit een ander in de weg. De planning wordt eenvoudiger doordat je aan de hand van het ‘afgelegde’ aantal pagina's in Brouwers weet hoeveel procent van het materiaal in kaart gebracht is.
Toen ik de methode-Brouwers beproefde, viel ze me in de praktijk niettemin erg tegen. Het probleem is dat Brouwers erg veel ongelijksoortig materiaal geeft, waarin niet altijd even duidelijk een ordening is aangebracht. Onder het hoofdje ‘verstandsstoornissen’ geeft Brouwers een serie woorden die als volgt begint: geesteszwak, geestesziek, onnozel, lichtgelovig, argeloos, halfgaar, halfwijs, naïef, idioterig, dromerig, dazig, abnormaal, schaapachtig, kalverig, zo nuchter als een pasgeboren kalf, sulachtig, sullig.
De opsomming vertoont voor ons doel te weinig samenhang: schaapachtigheid is in de verste verte geen geestesziekte, en iemand die zo nuchter is als een kalf, lijkt me nou juist helemaal niet naïef. Een ander typisch Brouwers-probleem is dat hij erg veel obscure woorden vermeldt, zodat je voortdurend in een verklarend woordenboek moet gaan controleren of ze (1) in het ABN echt bestaan, en (2) wat ze in godsnaam betekenen. Iets verderop in het genoemde rijtje staan bijvoorbeeld beduiveld, soes, bijsterzinnig en gealiëneerd.
Nog een ander bezwaar van de methode-Brouwers is dat je bij woorden met meer dan één betekenis steeds maar moet zien te raden over welke betekenis het in een bepaald geval gaat. Het is belangrijk dat te weten, want een woord dat bijvoorbeeld drie betekenissen heeft, zou in principe in drie synoniemenclusters thuis kunnen horen. Per cluster wordt immers maar één betekenis behandeld. Zo hoort aard in de betekenis ‘karakter’ bij een heel andere cluster dan aard in de betekenis ‘hol van een das’.