Riekje op donderdag.
Deze index-afhankelijkheid - op elke (tijds-)index telt een opstel opnieuw - compliceert de analyse natuurlijk aanzienlijk, want zes opstellen in Drie examinatoren hebben zes opstellen nagekeken betekent nu: variërend van 3 tot 18. Als we een index-afhankelijk getal n noteren als n*, dan geldt 1 × 6 = 6*, waarbij 6* = 3. De situatie is vergelijkbaar met een verkeerstelling waarbij één auto die twee keer voorbijrijdt, voor twee auto's telt. Zijn er drie auto's die twee keer voorbijkomen, dan geldt voor de zin Er kwamen zes auto's voorbij ook: 6* = 3.
De hier besproken feiten kunnen worden uitgedrukt in een wetmatigheid: wat er ook gebeurt in zinnen als Drie examinatoren hebben zes opstellen nagekeken, het gaat altijd om 1 × 6 = 6* of 3 × 6 = 18*. Dit levert een groot aantal interpretatiemogelijkheden, liggend op de bandbreedte tussen 3 en 18 verschillende opstellen. Het bijzondere is dus dat de taal hier veel ingewikkelder en subtieler rekent dan men zou denken op grond van de aanwezigheid van drie en zes in de behandelde zin.