Niet warm of koud
H.P. van Heel - Veere
Na het blussen van de grote wereldbrand duurde het maar een paar jaar of nieuwe spanningen ontstonden: de koude oorlog brak uit. Het begrip koud diende om onderscheid te maken tussen de pas afgelopen echte oorlog, gekenmerkt door bommen, granaten, vuur en vlam enerzijds en de nu ontstane situatie van spanning, dreiging en diplomatieke strijd, eigenlijk slechts als onechte oorlog ervaren, anderzijds.
De begrippen heet en warm duidden nog vele jaren op ernstige vormen van conflict; denk maar aan de talloze uitspraken door politieke groeperingen die een warme zomer of een hete herfst aankondigen. Toch heeft de jarenlange dreiging van de koude oorlog het begrip koud zijn betekenis van onecht, halfbakken ontnomen en er, integendeel, het element van allerbedreigendst aan toegevoegd.
De associatie van koud met onvriendelijk en het als welkom ervaren ontdooien (beëindigen van een als ongewenst ervaren toestand) zullen aan die ontwikkeling niet vreemd zijn geweest.
In het bedrijfsleven spreekt men wel van koude sanering, die kille gedachten oproept aan fabriekssluiting en ontslagen; een warme sanering is de abrupte beëindiging van een onhoudbare financiële situatie, dankzij de combinatie van een adequate schadeverzekering en een welkome forse brand. Althans, dat dacht ik. Dezer dagen hoorde ik de heer Stekelenburg, FNV-voorzitter, pleiten voor een warme sanering, dat wil zeggen, een sanering waarbij de werknemers niet de dupe zouden worden, een mensvriendelijke sanering dus.
En zo heeft het duo warm-koud stuivertje gewisseld.