Onze Taal. Jaargang 59
(1990)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| |
Engels aan de universiteit
| |
Naschrift redactieOns bezwaar tegen de invoering van Engels op universiteiten heeft verschillende reacties losgemaakt. Opvallend is dat sommige auteurs andere standpunten aanvallen dan de door ons verkondigde. Hieruit blijkt dat het al moeilijk genoeg is om in je eigen taal zo te schrijven dat je begrepen wordt. Misschien ten overvloede: we kwamen in onze bijdrage op voor het Nederlands, dus niet voor ‘de cultuur’, ‘het onderwijs’ of ‘de maatschappij’. Het argument van de heer Roessingh ten aanzien van het onderwijs in Swaziland snijdt dan ook geen hout, althans niet in deze discussie. Het gebruik van Engels kan heel goed een zegen zijn voor de ontwikkeling van Afrika. Ons ging het echter, om de parallel door te trekken, om de ontwikkeling van het Siswati.
Ook echter wanneer je een bredere visie hanteert - en dat doen we ook weleens - is twijfel aan het rendement van Engelstalig onderwijs gerechtvaardigd. Wat dat betreft, is Roessinghs vergelijking met het middeleeuws Latijn illustratief. Het Nederlands is inderdaad geen ‘keukenmeidentaal’ geworden, maar dat is te danken aan de vele vooraanstaande auteurs (Hooft, Huygens) en wetenschappers (Stevin, De Groot) die - mede onder invloed van de Reformatie - in het Nederlands gingen schrijven.
Ook zonder deze ontwikkelingen waren de zegeningen van het Latijn gemengd, om maar eens een anglicisme te gebruiken. Bekend is de anekdote van de hoogleraar die, geplaagd door het zonlicht, zijn leerlingen verzocht de gordijnen te sluiten. Toen ook een herhaald verzoek geen reactie opleverde, was er maar één conclusie mogelijk: de leerlingen luisterden slechts schijnbaar. Ze verstonden er geen woord van. | |
Plaats- of vervoerbewijs?
| |
[pagina 77]
| |
treffender dan het algemeen te gebruiken plaatsbewijs de betekenis ervan weergeeft, namelijk ‘bewijs (stuk) dat recht geeft op vervoer’. | |
Scheikunde in Van Dale
| |
Rechtswetenschap in Van Dale
|
|