Zeus in de knoei
Frank van Gestel - Vakgroep Nederlandse Taalkunde, Rijksuniversiteit Utrecht
Het valt te betreuren dat de problematische zin Zeus grijpt de muze als strohalm naar de kin in geïsoleerde vorm wordt aangeboden. Het is niet uitgesloten dat de zin uit een context is gelicht die de gedane mededeling toepasselijk maakt. Nu valt zonder verdere informatie met geen mogelijkheid uit te maken of de boodschap letterlijk of figuurlijk dient te worden opgevat, nog minder of hier van een zinvolle taaluiting sprake is, laat staan of de auteur van de zin zijn bedoeling adequaat onder woorden heeft gebracht.
Misschien is het een heel redelijke gissing dat er een contaminatie heeft plaatsgevonden tussen iemand bij diens x grijpen en naar y grijpen, maar veel wijzer worden we daar niet van. Het lijkt me dan ook verstandiger om niet te proberen de Zeus-zin als zodanig te doorgronden, maar hem slechts een aanleiding te laten zijn om te kijken naar de verbindingsmogelijkheden van als-constructies met een zelfstandig naamwoord.
Ten eerste treffen we als-constructies met een bijwoordelijke functie aan:
(1) | Hans schreef als therapie zijn grieven op. |
(2) | Ik bridge als training graag met de computer. |
In zulke gevallen heeft als de interpretatie bij wijze van. Het maakt geen essentieel verschil waar in de zin de constructie precies voorkomt:
(1a) | Hans schreef zijn grieven als therapie op. |
(2a) | Als training bridge ik graag met de computer. |
Ten tweede bestaan er als-constructies met de functie van bepaling van gesteldheid:
(3) | Joop trad als voorzitter op. |
(4) | Als filosoof stelt Frank niet veel voor. |
Als heeft hier de betekenis in de hoedanigheid van; de als-constructie wordt daarbij verbonden aan het onderwerp van de zin, en het doet er opnieuw niet toe waar het als-zinsdeel staat.
Dat de plaats in de zin wel degelijk van belang kan zijn, blijkt uit de volgende paren:
(5a) | Joop sprak als voorzitter Dik toe. |
(5b) | Joop sprak Dik als voorzitter toe. |
(6a) | Frank wilde als filosoof Erik typeren. |
(6b) | Frank wilde Erik als filosoof typeren. |