Houvast in de taal
D.J. Jasper - PR-adviseur/publicist, Haarlem
Bij lezing van het artikel De spraakmakers (Onze Taal van januari) heb ik met voldoening mogen constateren dat Jan Renkema, schrijver en herschrijver van Schrijfwijzer, gekozen heeft voor de noodzaak van enig houvast voor taalgebruikers in de vorm van erkende taalvoorschriften.
Hij was vijftien jaar geleden een voorstander van ‘vrijheid, blijheid’, overeenkomstig de toenmalige algemene maatschappelijke trend. Inmiddels is men daar wel wat van teruggekomen, gezien de verwarring die daardoor is ontstaan.
Tot mijn genoegen lees ik in dit interview dat Renkema nu zegt: ‘Mensen zijn op zoek naar houvast in de taal’, en in antwoord op de vraag waarom hij in de nieuwe editie van zijn Schrijfwijzer zoveel knopen heeft doorgehakt die in de vorige uitgave nog als ‘twijfelgevallen’ of ‘smeulende kwesties’ vermeld werden: ‘Voorkom onzekerheid en irritatie over ondergeschikte taal- en spellingkwesties, door een veilige, onverdachte vorm te kiezen.’
Een toe te juichen ontwikkeling, want de heer Renkema constateert nu zelf: ‘We hebben in de tolerante jaren zestig en zeventig de teugels wat gevierd, nu worden ze weer wat aangetrokken’, maar verderop voegt hij er wel aan toe: ‘Ik moet nog zien of taalgebruikers zich wel willen conformeren aan voorgeschreven taalregels.’
Of taalgebruikers zich wel of niet aan regels wensen te houden, moeten zij zelf weten, maar geef ze in ieder geval een vaststaande norm waar zij zich al dan niet aan kunnen conformeren. Er kunnen dan duidelijke keuzes gemaakt worden. Zo moeten wij ook definitief af van het wansysteem voorkeurspelling/toegelaten spelling, dat geleid heeft tot een janboel in de spelling, die zelfs verder doorgeslagen is dan waartoe het inmiddels hopeloos verouderde Groene Boekje in wezen aanleiding geeft.
Mijns inziens verdient het voorstel om een centrale Taaladviesraad op te richten met de bevoegdheid bepaalde (vaste) taalvormen een officiële status te geven, zoals mede bepleit wordt door de Vlaamse hoogleraar Flip G. Droste, ons aller krachtige steun. Ook en vooral van het Genootschap Onze Taal. Maar dan wel zó krachtig, dat een dergelijke erkende instelling ook metterdaad zeer spoedig tot stand komt!