Onze Taal. Jaargang 59
(1990)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermdMethodisch schrijfonderwijs
| |||||||||
Naschrift F. JansenHet was niet mijn bedoeling al het methodisch strak geleide schrijfonderwijs in diskrediet te brengen; integendeel: ik geef het zelf ook. | |||||||||
[pagina 4]
| |||||||||
De bal hebben = aan zet zijn
| |||||||||
Appel - hij vergat er één
|
- | FC Groningen, het blijft jagen. |
- | Sören Lerby, hij is de man van de wedstrijd. |
- | En Feyenoord, het is moegestreden. |
- | Van Aerle, hij kan. |
Taalkundige of wiskundige cilinder
I. Suasso - lerares Nederlands, Best
Op blz. 208 van het decembernummer geeft de heer Voorrips kritiek op de door mij gehanteerde definitie van een cilinder: een cilinder is volgens mij per definitie rond. De heer Voorrips voert aan dat volgens de wiskundige definitie van ‘cilinder’ een ovale buis wel degelijk cilinder mag heten. Mijn definitie van cilinder is (mede) gebaseerd op Van Dale (11de druk, blz. 504): (...) lichaam, begrensd door twee gelijke en evenwijdige cirkels en door een gebogen vlak, verkregen door een rechthoek om een zijner zijden te doen draaien; (...).
Er bestaat blijkbaar een discrepantie tussen de taalkundige opvatting van cilinder en de wiskundige, die mij secundair lijkt.
Springlevend meewerkend voorwerp
Ir. J.A. Klaassen - Waalre
In het artikel ‘Dag datief?’ in de rubriek ‘Vraag en antwoord’ (op blz. 172 van het oktobernummer) gaat de redactie mijns inziens te ver in het relativeren. De redactie draait de arme vraagsteller een rad voor de ogen. Hij ergert zich er terecht aan dat het taalbesef van de moderne journalist zover verarmd is dat hij het meewerkend voorwerp niet meer weet te onderscheiden van het onderwerp of lijdend voorwerp. (In het Engels is de verwarring van deze functies trouwens onderdeel van de systematiek geworden: He is given a book.)
Redactie, u ontneemt de vraagsteller elke steun. Ik citeer twee zinnen:
(9) | Mij werd een rad voor de ogen gedraaid. |
(10) | Ik werd een rad voor de ogen gedraaid. |
U weigert vervolgens zich erover uit te spreken welke van beide goed of fout is. U schrijft: ‘Maar er zijn ongetwijfeld ook lezers die (10) beter vinden dan (9). Daaruit blijkt dat in hun grammatica degene die/wie een rad voor de ogen gedraaid wordt geen meewerkend voorwerp is, maar onderwerp in zin (10).’ Blijkbaar is grammatica bij u een kwestie van persoonlijke voorkeur. Iedereen heeft recht op zijn eigen grammatica.
Allereerst moet u oppassen met dat antwoord. Het maakt de gehele rubriek ‘Vraag en antwoord’ overbodig. Belangrijker is dat men zich wel erg in bochten moet wringen om zin (10) op aanvaardbare wijze te ontleden. Ik werd gedraaid - dat gaat. Maar wat is een rad voor de ogen voor zinsdeel? Nog interessanter is de vraag: wat beweegt u om (10) met alle geweld te verdedigen? Waarom heeft u niet genoeg aan de klassieke grammatica, waarin het rad werd gedraaid en het rad dus onderwerp is? Schuilen hier interessante nieuwe theorieën achter of alleen maar schijn-diepzinnigheid? Ten slotte nog twee opmerkingen. De vraagsteller vraagt naar naamvallen - verbogen vormen van het (voor)naamwoord. Die zijn in het Nederlands bij het zelfstandig naamwoord goeddeels aan elkaar gelijk geworden. Maar de grammaticale functies niet: die zijn gebleven - het meewerkend voorwerp is springlevend.
Uw relativerende standpunt is een ramp voor het moedertaalonderwijs. Is het al zo verbreid onder uw collega's dat dit de verklaring zou kunnen zijn voor de desastreuze resultaten van dat onderwijs?