Omgangsvormen
Jan Bruens - Hintham
Het gevoel voor omgangsvormen breidt zich opvallend snel uit. ‘Zó ga je niet met mensen om!’ roept menigeen verontwaardigd en menslievend uit in een vraaggesprek met krant, radio of tv. Ook protestvergaderingen zijn voor zulke roepers dankbare plekken. En als het niet gaat over het omgaan met mensen, met elkaar of - nóg gevoeliger - met medemensen, dan wordt er wel omgegaan (en doorgaans verkeerd) met iets anders: agressie, seksualiteit, dood, verdriet, natuur, gevoelens, gezondheid, en nog zo het een en ander. ‘Ik ben gevoeliger dan men wellicht denkt’, zei een ontslagen burgemeester in een interview, ‘maar ik probeer daar wel op een intellectuele manier mee om te gaan.’ Wat kan wollig taalgebruik soms toch mooi zijn! Een psychoanalyticus stelde publiekelijk deze vraag: ‘Hoe gaat een schrijver om met psychische realiteit en buitenwereld?’ En uit de pen van een socioloog kwam deze verstandige en heldere uitspraak: ‘Van beide partijen wordt verwacht, op een speelse manier met hun impulsen om te gaan.’ Hoe, zo vraag ik mij af, zouden die partijen dat in praktijk moeten brengen? Hier is de ANWB aan het woord: ‘Wij vinden dat er voorzichtig moet worden omgegaan met het uitgeven van kentekenplaten.’ Zo is dat.
Een voorzitter spreekt een vergadering toe: ‘In de samenwerking zijn scheurtjes ontstaan, waarmee we voorzichtig moeten omgaan.’ Een van de toehoorders mompelde iets over zachte heelmeesters... ‘De fouten zijn ernstig genoeg om ze als onaanvaardbaar te bestempelen’, sprak een hoge piet. ‘Maar hoe daarmee om te gaan?’ Daar zat hij mee.