Vraag en antwoord
Klemtoontekens
Redactie Onze Taal
Vraag: Vindt u óók niet dat er tegenwóórdig véél te vaak accénten worden gebruikt? Dít is toch geen gezícht?
Antwoord: Wie spreekt, moet klemtonen leggen, ook zo nu en dan contrastieve klemtonen. Klemtoonloze sprekers zijn niet om aan te horen. Schrijven betekent onder meer dat we afzien van veel taaleigenschappen die onze spraak zo kleurrijk maken. Zo is er geen schrijver die een klemtoonteken plaatst op alle lettergrepen die in zijn spreektaal een (contrastief) accent zouden krijgen. Er bestaat een zekere weerzin tegen klemtoontekens. Goed schrijven betekent immers je zinnen zo formuleren dat ze maar op één manier gelezen kunnen worden. En als u desondanks een woord ‘eruit wilt laten springen’, dan staan u andere mogelijkheden ter beschikking, zoals cursiveren, onderstrepen, vet zetten, en spatiëren. Wij zijn dus voorstander van de volgende - erkend vage - vuistregel:
Plaats geen klemtoontekens tenzij de lezer anders de zin verkeerd zou voorlezen en/of er een andere betekenis aan zou geven dan u hebt bedoeld.
Vraag: Welke regels gelden voor klemtoontekens?
Antwoord: Klemtoontekens mogen alleen op klinkers en tweeklanken gezet worden. Tot nu toe waren er twee klemtoontekens: het accent grave (naar linksboven: ‘) en het accent aigu (naar rechtsboven:’). Korte klinkers kregen een accent grave, lange een accent aigu. Deze op zichzelf heldere regel werd verduisterd door de omstandigheid dat sommige klinkers lang dan wel kort zijn, al naar gelang van de omstandigheden. Zo is de ie in wie kort, in wier lang, in zwierf kort en in zwiert weer lang. Dat zou de volgende klemtoontekens opleveren:
Wìe zwìerf eerst en zwíert nu het wíer?
Deze ingewikkelde toestand wierp een smet op de hele regel. Daarom stellen we de volgende regel voor, die trouwens in veel bladen al wordt toegepast:
1. Als klemtoonteken wordt alleen het accent aigu (′) gebruikt.
Daarnaast zijn er nog enkele minder belangrijke regels.
2a. Wordt de lange klinker met twee identieke letters geschreven, dan krijgen beide letters dat accent (máát).
2b. In klinkers en tweeklanken die uit twee verschillende letters bestaan (zoals de eu (in beuk, freule), de ei/ij (in zei/zij), de ui (in huis), de au/ou (in dauw/douw), de ie (in Piet) en de oe (in voet)), krijgt alleen de eerste letter het accent aigu.
3. Bij meerlettergrepige woorden komt alleen een klemtoonteken in de lettergreep waarop de hoofdklemtoon valt.
4. Op hoofdletters komen geen klemtoontekens.
5. Als het klemtoonteken op de i valt, verdwijnt de punt.
6. Op een komen alleen klemtoontekens als het een telwoord is én als dit onvoldoende duidelijk uit het zinsverband blijkt.
De redactie zal bij het bewerken van kopij voor Onze Taal de hier gegeven adviezen met betrekking tot klemtoontekens ook zelf consequent gaan toepassen.