Aannemelijke verklaring
Zowel in geschreven als in gesproken taal is dit verschijnsel wijd verbreid. Men spreekt of schrijft bijvoorbeeld over oncologische kwalen, karakterologische eigenschappen, psychologische problemen, sociologische verschijnselen, klimatologische omstandigheden, en demografische ontwikkelingen. Ook in wetenschappelijke teksten vindt men dit euvel: taalkundigen spreken over fonologische verschijnselen waar fonische bedoeld zijn, of over het probleem van ‘de psychologische realiteit van taalkundige regels’, in plaats van ‘de psychische realiteit van taalregels’.
Wat is de verklaring voor deze gewoonte? Volgens sommigen is het een symptoom van de vergaande verwetenschappelijking van ons wereldbeeld, waardoor verschijnselen benoemd worden in termen van de wetenschap die zich met die verschijnselen bezighoudt. Ik geloof dat dit inderdaad een factor is, maar er zijn ook taalstructurele factoren die daarbij een rol spelen. In de hierboven besproken voorbeelden taalkundig en etnologisch zijn er alternatieve adjectieven voorhanden, te weten talig en etnisch. In veel andere gevallen is dat niet het geval: wat zijn bijvoorbeeld de tegenhangers van oncologisch, karakterologisch en demografisch? De denkbare adjectieven oncisch, karakteraal en demotisch komen in die betekenis niet voor. Het veelvuldig gebruik van adjectieven op -logisch en -kundig zal dus ook te maken hebben met het niet beschikbaar zijn van een adjectief met de betekenis ‘betrekking hebbend op x’.
Er is wellicht nog een andere taalstructurele factor in het spel. Ook bij een andere klasse van bijvoeglijke naamwoorden, de geografische, zien we een overeenkomstige kloof tussen de vorm en de betekenis. Zo heeft Amerikaans de morfologische (of morf(em)ische?) structuur [[[Amerik]aan]s], en we zouden dus als betekenis verwachten ‘betrekking hebbend op Amerikanen’, terwijl de feitelijke betekenis ‘betrekking hebbend op Amerika’ is. We leiden zulke adjectieven dus af van de naam voor de inwoners van dat land. Men zou natuurlijk ook kunnen zeggen dat hier een vorm van herinterpretatie meespeelt: de opeenvolging van de achtervoegsels -aan + -s wordt opgevat als één achtervoegsel (suffix) -aans. Analoog hieraan kunnen we