Onze groeiende woordenschat
H. Heestermans
af'blazen, (blies af, h. afgeblazen) (overg.), (...) 5. (fig.) (een voorgenomen handeling) niet uitvoeren: vakbonden blazen verder overleg met de Postbank af.
af'roepkracht, v.(m.) (-en), werknemer die op afroep beschikbaar is voor zijn werkgever.
AI, (afk.) artificial intelligence, kunstmatige intelligentie.
aids'handschoen, m. (-en), handschoen, gedragen om besmetting met het aidsvirus te voorkomen.
aids'remmer, m. (-s), geneesmiddel dat de werkzaamheid van het HIV verzwakt.
al'coholprobleem, o. (... blemen), omstandigheid dat men regelmatig te veel alcohol drinkt: een alcoholprobleem (of: alcoholproblemen) hebben.
au'todeurdeler, m. (-s.), iem. die aan ‘carpooling’ doet.
balletje-bal'letje, o. (g.mv.), illegaal gokspel dat op straat wordt gespeeld met drie doosjes en een balletje, waarbij geraden moet worden onder welk doosje het balletje ligt.
bewe'gingsziekte, v. (-n), ziekte ontstaan door hoogtevrees, zee-, wagen-, lucht- en ruimtereizen.
broekstok, m. (-ken), stok die in de broekspijp van een gevangene wordt gestopt om ontsnapping te bemoeilijken.
cel'deling, v. (-en), (...) 2. het delen van een gevangeniscel met een of meer celgenoten.
gast'ouder, m. (-s.), (meestal mv.) ouder die kinderen opvangt wier beide ouders (of alleenstaande ouder) een baan hebben (of heeft).
gemaks'voedsel, o. (g.mv.), verzamelnaam voor allerlei vlug te bereiden of te nuttigen maaltijden of hapjes, zoals kant-en-klaarmaaltijden, afhaalschotels en snacks.
gevoels'temperatuur, v. (...turen), buitentemperatuur die aan het lichaam als lager wordt ervaren dan ze in werkelijkheid is, t.g.v. weersomstandigheden als wind.
HIV, (afk.) Human Immunodeficiency Virus, d.i. virus dat het natuurlijke afweersysteem van het lichaam aantast (de veroorzaker van aids).
kanaal'zwemmen, (alleen onbep. w.) met de afstandsbediening van het ene tv-kanaal naar het andere schakelen.
koningin, v. (-nen), 4. (...): de koningin der aarde, de journalistiek.
kras'lot, o. (-en), loterijbriefje waarop door het krassen met een muntstuk, vingernagel e.d. in een vakje al dan niet een gewonnen bedrag zichtbaar wordt.
logeer'kamerhoest, m. (g.mv.), hoest van een van de echtelieden, die hem of haar noopt in de logeerkamer te slapen.
mo'noskiën, (monoskiede, h. gemonoskied), (onoverg.) skiën op één ski.
poep'zuiger, m. (-s), machine van de reinigingsdienst, waarmee op straat hondepoep kan worden verwijderd.
vic, m. en v. (-s), (letterwoord) wagenbegeleider(-ster) die in bus, tram of metro belast is met veiligheid, informatie en controle (op de plaatsbewijzen).
zwerf'vuil, o. (g.mv.), rondslingerend afval van particuliere herkomst, achteloos weggegooide verpakkingen, enz.
Het merendeel van de hier besproken woorden is afkomstig van Herman J. Claeys te Brussel, een deel is afkomstig van ing. L. de Bruijn te Blokker en de rest komt uit mijn eigen materiaalverzameling.
De verbinding koningin der aarde is niet nieuw, maar geen enkel woordenboek vermeldt haar. Ook die categorie, de in de woordenboeken ontbrekende woorden, verbindingen, uitdrukkingen, enz., reken ik tot ‘de groeiende woordenschat’. (H.H.)