De Arabische toko
Zo ouderwets als soebatten in het huidige Nederlands is, zo gewoon is de toko tegenwoordig: een winkel waar je allemaal lekkere exotische kruiden en ingrediënten kunt kopen. In de grote steden vind je er wel een op iedere straathoek. Wij kennen de toko uit Indonesië. Een toko is daar een Chinese winkel. Toko is een Chinees woord in de Indonesische taal.
Een Maleis woord voor winkel is dukan. Dukan is ontleend aan het Arabische doekkaan. Dit heeft me aan het denken gezet. Toko lijkt verdacht veel op dukan en het zou me niets verbazen als dukan op zijn Chinees uitgesproken ongeveer als toko zou klinken. Tussen de t en de d zit in het Chinees niet hetzelfde verschil als in het Nederlands. Denk maar aan Mao Tse Toeng, waarbij Toeng ineens als D(h)ong gespeld moest worden; of aan Deng, die vroeger Teng was.
Ik ben er niet uit. Er moeten nog ‘Austronesiërs’ en sinologen geraadpleegd worden, maar de hypothese lijkt mij zeer aantrekkelijk. Ik denk dus dat toko in het Indonesische Chinees een leenwoord is uit het Arabisch. Het is geen standaard-Chinees. Het standaard-Chinees, het Mandarijn, is gebaseerd op de noordelijke dialecten, die erg op het binnenland, heel intern-Chinees gericht waren. Veel Chinese woorden in het Indonesisch stammen uit de zuidelijke dialecten. De sprekers daarvan dreven meer handel en hadden daardoor meer internationale contacten. In deze dialecten zijn veel Perzische en Arabische woorden opgenomen.
Als het Indonesisch-Chinese toko een Arabisch leenwoord is, zijn er twee mogelijkheden: de Chinezen kunnen het rechtstreeks of via een andere taal uit het Arabisch hebben. Die andere taal zou het Maleis kunnen zijn.