Onze Taal. Jaargang 58
(1989)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 108]
| |
TaalgeschiedenisVaak wordt de geschiedenis van een taal beschreven in complexe wetenschappelijke monografieën; er wordt dan heel nauwkeurig uit de doeken gedaan hoe bijvoorbeeld een bepaalde klankverschuiving heeft plaatsgevonden of hoe syntactische omzettingen zich hebben voltrokken. De beschrijvingen die zo'n wetenschappelijke benadering van taalgeschiedschrijving oplevert, kunnen soms heel interessant zijn, maar het zijn in de meeste gevallen geen verhalen om zo maar even weg te lezen. Dat is Korte geschiedenis van de Nederlandse taal van Joop van der Horst en Fred Marschall wèl. Dit boek is geschreven door iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van onze taal. Op een beknopte en heldere wijze wordt uiteengezet hoe het Nederlands zich vanaf het einde van de elfde eeuw ontwikkelde tot de taal die wij nu spreken. Het boekje laat zich lezen als een spannend verhaal en is rijk geïllustreerd. Elke pagina van de tekst wordt gevolgd door een pagina met een afbeelding waarbij in een kort onderschrift wordt ingegaan op een specifiek aspect van het Nederlands in een bepaalde periode. Over enige tijd zal er in Onze Taal meer aandacht worden besteed aan dit boekje. Korte geschiedenis van de Nederlandse taal is verschenen bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar en kost f 34,90 (gebonden). | |
SchrijvenIn maart werd door uitgeverij Martinus Nijhoff het eerste deel gepresenteerd uit de serie Taalvaardigheid in de beroepspraktijk. In deze reeks verschijnen publikaties waarin adviezen worden gegeven ter verbetering van de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid van taalgebruikers die deel uitmaken van verschillende beroepsgroepen. Het eerste deel, Schrijven. Handleiding voor het opstellen van zakelijke teksten, is bedoeld als een algemeen deel. In Schrijven wordt veel aandacht besteed aan de opbouw en de consistentie van teksten. Auteur Snoeck Henkemans onderscheidt verklarende, beschrijvende, beoordelende en adviserende teksten. Voor elk daarvan heeft zij tekstschema's opgesteld, een soort inhoudsopgaven die aangeven hoe de tekst er in hoofdlijnen uit kan komen te zien. In twee aparte hoofdstukken gaat Snoeck Henkemans in op het formuleren en het afwerken van schrijfprodukten. Opmerkelijk is de grote hoeveelheid voorbeelden die Schrijven bevat. In iedere paragraaf wordt wel een aantal illustraties gegeven van zaken die in een goede tekst juist wèl of juist nìet moeten voorkomen. Elk hoofdstuk wordt bovendien besloten met een aparte paragraaf waarin wordt ingegaan op fouten die tijdens het schrijfproces kunnen worden gemaakt. Schrijven. Handleiding voor het opstellen van zakelijke teksten kost f 19,50. | |
JournalistiekBij uitgeverij Wolters-Noordhoff verscheen Het journalistieke verhaal van Boris Berkhout, Piet Hagen, Arthur van Leeuwen en Aleid Truijens. Het is een boek met adviezen voor het schrijven van artikelen voor dagbladen, weekbladen en tijdschriften. Een algemeen stramien bestaat er volgens de auteurs van Het journalistieke verhaal niet. Hoogstens kunnen enkele richtlijnen worden gegeven, die variëren al naar gelang het ‘genre’ waartoe een artikel behoort. Zij onderscheiden: interview, research, reportage, reisverhaal, achtergrond, opinie en recensie. Ze vermelden bij elk genre de specifieke eisen waaraan de schrijver van een artikel moet voldoen en hoe hij aan die eisen tegemoet kan komen. Wanneer een journalist bijvoorbeeld een recensie schrijft, zal hij vooral een beroep moeten doen op zijn argumentatieve vaardigheden, terwijl hij voor het schrijven van een reisverslag eerder een literaire schrijfstijl zal moeten hanteren.
De auteurs, die als docenten zijn verbonden aan het Instituut voor Journalistiek te Utrecht, behandelen niet de basistechnieken van het journalistieke bedrijf, zoals nieuwsselectie en bericht- of verslaggeving. Hun adviezen zijn bestemd voor diegenen die zich, al dan niet beroepshalve, bezighouden met het schrijven van genoemde soorten artikelen of zich daarin willen bekwamen. De prijs van Het journalistieke verhaal bedraagt f 36,-. | |
Hamans gebundeldDe cursiefjes van Camiel Hamans die tussen 1983 en 1988 in NRC Handelsblad zijn verschenen, zijn opgenomen in een bundel die inmiddels al weer enige tijd verkrijgbaar is. De bundel heeft, naar Hamans' rubriek, de titel Over taal meegekregen. In Over taal is het smikkelen en smullen geblazen voor liefhebbers van taalwetenswaardigheidjes; ook bevat het de vorig jaar gevoerde en spraakmakende polemiek tussen Hamans en W.F. Hermans over apostrofs en komma's. Het boekje is uitgegeven bij Nijgh & Van Ditmar en kost f 29,90. | |
NOS over minderheidstalenBijna iedereen heeft weleens gehoord van het Baskisch, Fries en Catalaans en weet waar het gesproken wordt. Er zijn echter nog veel méér, maar onbekende minderheidstalen binnen de Europese gemeenschap. Kent u bijvoorbeeld het Friulaans, of hebt u weleens van Pomaaks of Sardijns gehoord? In het radioprogramma ‘Wat een taal’ van de NOS komen deze en andere Europese minderheidstalen vanaf 12 juni uitgebreid aan de orde. In een serie van veertien afleveringen, elke maandag om 17.00 uur op Radio 5, worden de volgende talen besproken: Aroemeens, Baskisch, Bretons, Catalaans, Cornish, Corsu, Elzassisch, Fries, Friulaans, Galicisch, Iers, Jiddisch, Ladinisch, Luxemburgs, Occitaans, Pomaaks, Romanes, Sardijns, Schots-Gaelic en Welsh.
In elke uitzending komt een specialist op het terrein van de desbetreffende taal aan het woord, en verder komen zowel taalkundige aspecten alsook de positie van de minderheidstaal aan de orde. De eerste uitzending, op 12 juni, gaat over het Europese ‘talencircus’ in | |
[pagina 109]
| |
Straatsburg: twaalf landen en negen talen waaruit en waarin moet worden vertaald. | |
Nationale SpellingwedstrijdMisschien hebt u het al in de krant gelezen: de TROS organiseert in samenwerking met het Genootschap Onze Taal een Nationale Spellingwedstrijd. Scholieren uit de brugklassen van lbo/mavo/havo/vwo gaan vanaf september 1989, wanneer op de scholen de voorronden beginnen, strijden om de eer 's lands beste speller te zijn. Na de schoolwedstrijden volgen regionale en provinciale wedstrijden, waarna in het voorjaar van 1990 de nationale finale plaatsvindt, die door de TROS op radio en tv zal worden uitgezonden. Scholen kunnen inschrijven voor deze wedstrijd, die als thema ‘amusement met leereffect’ heeft meegekregen. Meer informatie is te verkrijgen bij het secretariaat van de Stichting Nationale Spellingwedstrijd, Van Boetzelaerlaan 10, 2581 AH Den Haag, telefoon 070 - 542600. | |
Nederlands van NuIn het maartnummer van het blad van de Vlaamse ‘Vereniging Algemeen Nederlands’ gaat de hoofdredacteur van Verschuerens Woordenboek, F. Claes, in op de betekenisontwikkeling van veer en pluim en aanverwante termen in Noord en Zuid. In ‘Nederlands op school’ een pleidooi voor de notitie ‘Acceptabel Nederlands in het onderwijs’, gevolgd door een manifest van Vlaamse leerkrachten over de verhouding dialect-Algemeen Nederlands in de schoolsituatie. Het blad sluit af met vaste rubrieken: lezers schrijven ons; ter discussie; boekbesprekingen; verenigingsnieuws; taalspel; en ‘taal in de kijker’ met reacties op artikelen in Nederlandse dagbladen over het Nederlands en over een vermeende Vlaamse taal. | |
Tijdschrift Taalbeheersing in de PraktijkVanaf het begin van 1989 verschijnt het tijdschrift Taalbeheersing in de Praktijk in een nieuwe gedaante. De vroegere losbladige publikatie is een volwaardig tijdschrift geworden. Niet alleen de structuur en de vormgeving zijn vanaf jaargang 1989 veranderd, ook inhoudelijk zijn er enige koerswijzigingen te noteren. T.i/d P. is een Vlaams tijdschrift dat ondertussen aan zijn 28ste jaargang toe is. Tot jaargang 23 (1984) heette het: Taalbeheersing in de Administratie. Het zette zich voornamelijk in voor de verzorging van het Algemeen Nederlands in overheidsdiensten. De tweetaligheid van de Belgische overheid maakte een dergelijke aanpak bijzonder lonend. De zorg voor de kwaliteit van het Algemeen Nederlands in Vlaanderen blijft ook in de nieuwe opzet een centrale doelstelling. Het tijdschrift beperkt zich echter niet meer tot de taal van de overheid: alle sectoren van het taalleven komen aan bod. De laatste jaren was de aandacht in ruime mate gericht op vernieuwingen in de taal. Een vaste rubriek in nagenoeg elk nummer is Taal in Ontwikkeling, waarin nieuwe woorden worden toegelicht. Ook zijn er geregeld bijdragen waarin thematisch terminologie wordt behandeld.
Daarnaast houdt het tijdschrift de taalpraktijk nauwlettend in het oog: de naam van het tijdschrift verplicht daar ook toe. De tijd dat het blad zich beperkte tot woorden en zinnen is voorbij. Zo bevat nagenoeg elk nummer een analyse van een problematisch(e) folder, brief, formulier, of een bijdrage over de taal in de media of in een andere sector van het maatschappelijke leven. Taalbeheersing bericht uitvoerig over boeken en tijdschriften, bijeenkomsten en congressen waar taalbeleid en taalnorm in brede zin centraal staan. In andere bijdragen wordt de achtergrond van taalverschijnselen belicht. Zo leren we in het eerste nummer van 1989 hoe en waarom de tussenklanken -e(n)- en -s- gespeld worden en wat de ondoordringbaarheid van de werkwoordelijke eindgroep betekent. En ten slotte, T.i/d P. is er voor de lezers. Die kunnen vragen stellen aan de redactie, teksten signaleren die niet door de beugel kunnen of zelf hun mening geven. De neerslag daarvan komt in de rubriek Vraag en Antwoord terecht. | |
ProefnummerEen abonnement op Taalbeheersing in de Praktijk kost 1.041 frank voor 5 nummers van elk 32 bladzijden. Wie interesse heeft in een proefnummer, kan dat telefonisch of per brief aanvragen op het volgende adres: Uitgeverij UGA, Stijn Streuvelslaan 73, B-8710 Kortrijk-Heule, telefoonnummer 056 - 355881. F. Maes, redacteur. |
|