Vijfmaal fout: verbale missers in reclamecampagnes
Willem Pijffers - publicist en neerlandicus, Amsterdam
Creativiteit is de gemeenschappelijke bron van kunst en reclame. Kitsch en stijifout zijn hun Scylla en Charybdis. De Schone Kunsten en de Voze Reclame hebben meer gemeen dan hun tegenstrijdige doelen doen vermoeden: oorspronkelijkheid! De schilder mag niet meer schilderen als Van Gogh. De schrijver mag niet meer schrijven als Van Lennep. De reclamemaker mag geen bier meer verkopen met ‘Het Bier Is Weer Best’.
De reclamemaker is geen kunstenaar en de kunstenaar verzint geen reclamecampagnes, maar hun creatieve problemen verschillen minder dan de tegenstelling tussen ethische en commerciële doelen suggereert. De kloof tussen atelier en reclamebureau is moeiteloos overbrugd door beeldende kunstenaars, grafici, fotografen en musici. Wie het oeuvre van Andy Warhol bekijkt, waant zich niet zelden in een warenhuis; Karel Appel en Willem de Kooning schilderen even moeiteloos op billboards als op linnen; Pim Jacobs en Louis van Dijk zijn vaste klanten bij de STER; Herman Brood woont permanent bij Saatchi & Saatchi. De afstand tussen beeldend kunstenaar en art-director kan worden uitgedrukt in millimeters.
Maar tussen literair auteur en copywriter gaapt een gat van horizon tot horizon. Reve voor Revlon? Claus voor Clausthaler? 't Hart voor Hartevelt? 't Zit er niet in, ondanks een sterk bezet ‘middenveld’ met Kees van Kooten, Herman Pieter de Boer, Dimitri Frenkel Frank en Hans Ferrée. Zullen we nog meemaken dat Lodewick's Literaire Kunst het stijlmiddel alliteratie bespreekt aan de hand van ‘Heerlijk helder Heineken’? Zal de constructie ‘voorzetselgroep met als eerste lid een voorzetsel en als tweede lid opnieuw een voorzetselgroep’ worden uitgelegd aan de hand van het voorbeeld zoutjes voor bij de televisie? Op een van de lerarenopleidingen Nederlands wordt door de docent poëzieanalyse een reclametekst als uitgangspunt genomen. Helaas heeft de eigentijdse neerlandicus zijn keuze laten vallen op de tekst ‘Sorbo hier, Sorbo daar, Sorbo is uw hulp in huis’.
Waarschijnlijk zegt het meer over het niveau van de docent dan over de kwaliteit van de reclametekst, maar toch illustreert het dat de literaire en promotionele horizonten minder ver uiteen liggen dan ‘Van Oude Mensen En De Dingen Die Voorbijgaan’, ‘Van De Koele Meren Des Doods’ en ‘Van Gils Strictly For Men’ doen vermoeden.
Copywriters hebben een literair probleem: in zo weinig mogelijk woorden zo veel mogelijk zeggen. Sommigen slagen daarin: ‘Miele, er is geen betere’, ‘NRC, voor wie de nuance zoekt’, ‘De NMB denkt met u mee’. Maar anderen gaan royaal in de fout. Hun verbale ontdekkingsreis strandt op Scylla of Charybdis. Hun headings (kopregels) of pay-offs (afsluitende kreten) bevatten gemeenplaatsen of stijlfouten.
Hier volgen vijf voorbeelden: het bronwater Spa, de koffiemerken Rosta en Boncafé, de verzekeringsmaatschappij Proteq en de reclame voor de Broederschap van Notarissen.